WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE

Psychische afwijkingen bij honden

Tekst Ruut Tisltra
Highlights

Ziekte en Gezondheid

In de afgelopen 25 jaar is er veel onderzoek gedaan naar allerlei, veelal erfelijke lichamelijke afwijkingen en gebreken bij de hond. Maar naar (aangeboren of verkregen) geestelijke afwijkingen zoals het Down Syndroom, Autisme of ADHD is vrijwel geen onderzoek gedaan en is weinig tot niets over bekend. Toch gaat men er van uit dat deze afwijkingen wel bestaan en ook als zodanig herkend worden bij honden. Bij psychologische aandoeningen bij honden is het niet mogelijk om de hond te vragen hoe hij zich voelt en waar hij aan denkt of in wat voor stemming hij verkeert. We hebben alleen maar de gedragskenmerken om op af te gaan om zo eventueel te kunnen vaststellen dat het gaat om een psychiatrische stoornis. Maar het niet zeker kunnen vaststellen betekent niet dat het niet bestaat. Als de pup of volwassen hond afwijkend- of extreem probleem gedrag vertoont verwijzen we naar een gedragstherapeut eventueel ondersteund door (homeopathische) kalmerende middelen - om te proberen het gedrag om te buigen zodat de hond normaal kan functioneren in de maatschappij. Maar een eventuele medisch geestelijke oorzaak zoals ADHD of Autisme is lang niet altijd te achterhalen. Echt wetenschappelijk bewezen bewijzen dat dit soort afwijkingen bestaan bij honden zijn er (nog) niet of nauwelijks. Toch geven we afwijkende uitingen bij de hond graag bij een naam, dat maakt het herkenbaar en dan weten we waar we het over hebben. Een naam die we dan ontlenen uit wat we zien bij mensen met een met een soortgelijk gedrag ten gevolge van een (aangetoonde) geestelijke afwijking. Voor veel afwijkingen komen we niet verder dan dit vergelijkende niveau (face validity). Sommige congenitale afwijkingen (aanwezig bij de geboorte) zijn vererfd, terwijl andere veroorzaakt kunnen zijn door milieuomstandigheden in de baarmoeder, zoals een tekort aan voedingsstoffen of een virale infectie, of zuurstoftekort tijdens de geboorte. ADHD Al deze kenmerken bij elkaar maken dat de hond in de loop van de tijd ernstige gedragsstoornissen kan gaan vertonen die zich vooral uiten in problemen ten aanzien van relaties met andere honden en/of mensen. De hond kan dan, alle goede voornemens ten spijt, uitgroeien tot een moeilijk te handhaven stuiterbal met een vaak onberekenbaar gedrag waarbij ze vanuit het niets ineens een aanval van hyperactiviteit krijgen, die kan doorslaan in agressieve neigingen naar mens en dier. Een ware bom die op exploderen staat. Wat nu? Allereerst is het verstandig om een hond met bovenstaande gedragingen aan een compleet lichamelijk onderzoek te onderwerpen. Misschien heeft de hond last van een overactieve schildklier, waardoor er stressreacties optreden in zenuwstelsel, hartspier en bijnieren en wat tot gevolg heeft dat hij hyperactief en prikkelbaar is. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat er een overgevoeligheid is voor kleurstoffen, emulgatoren en antioxidanten. Deze symptomen zijn te behandelen met medicatie en eventueel een hypoallergeen dieet. Na dit medisch onderzoek kan de eigenaar samen met een gedragstherapeut kijken naar een passende training om het gedrag van de hond in goede banen te leiden. In goed overleg met de dierenarts kunnen medicijnen die het leerproces beïnvloeden worden ingezet. AUTISME Een hond krijgt geen autisme, een hond wordt geboren met autisme. Hoewel er al langere tijd het vermoeden/besef bestaat dat autisme voorkomt bij honden, zijn wetenschappelijke onderzoeken schaars en dateren van korte datum. In 2010 verscheen er voor het eerst een artikel van Tufts University Health sciences, dat 0CS = Obsessieve-Compulsieve Stoornis (dwangneurose) bij honden in verband brengt met hetzelfde gen dat autisme veroorzaakt bij de mens. Het gaat daarin vooral over honden met een extreem stereotypisch gedrag zoals langdurig staart jagen, rondjes draaien, overmatig likken of zuigen in de flanken of op dekentjes. Een mechanisme dat bekend is bij autistische mensen (heen en weer wiegen etc). De rassen die onderzocht zijn voor dit artikel zijn de Bull Terriër en de Dobermann. In oktober 2014 verscheen er een tweede artikel van Tufts University waaruit bleek dat er in het neuron(zenuwcel)-serum van de onderzochte Bull Terriërs 20% een zelfde verhoogt CRH level (Corticotropin-Releasing Hormone) aanwezig was als dat het geval is bij kinderen met Autisme. Daarmee wordt dus voor het eerst wetenschappelijk aangetoond dat Autisme wel degelijk voorkomt bij honden. - Is bijzonder gesteld op structuur en routine, kan niet omgaan met stress ( o.a. verandering van omgeving of van structuur in de dagelijkse gebeurtenissen) - Is zeer slecht te trainen (sommige honden zijn gewoon niet te trainen) - Kan onverwachts (kortstondig) agressief gedrag vertonen in milde of extreme vorm (episodische discontrole of vermoedelijk een gedeeltelijke toeval) Uiteraard zal een hond nooit alle kenmerken bij zich dragen of tonen en het vermoeden is groot dat er veel meer honden met autisme zijn dan we tot nu toe denken. Er is geen genezing voor autisme, de hond wordt ermee geboren en zal het voor altijd met zich mee dragen. Omgang met een hond die bovenstaand (autistisch) gedrag vertoont in meer of mindere mate: Een hond met Autisme moet niet gezien worden als een zieke hond, maar als een hond die net even een andere benadering en een stabiele en gestructureerde omgeving nodig heeft. Deze honden kunnen slecht van plek veranderen (verhuizen) of van eigenaar wisselen en hebben moeite met het verkennen van een vreemde omgeving ( b.v. wandelen op onbekend terrein, of het trainingsveld). Ze verblijven graag op de vertrouwde plek die ze kennen. Een autistische hond heeft moeite om affectie te tonen of om er mee om te gaan, maar heeft absoluut affectie nodig om hem vertrouwen te geven in - en te dealen met - het leven. Een hond met autistische kenmerken kan een fijn leven hebben bij een baas die hem begrijpt en hem in zijn waarde laat en een evenzo fijne hond zijn voor die baas. Down Syndroom Er is niets bekend over het bestaan van het Down Syndroom bij honden. Aangenomen wordt dat, mocht deze chromosomale afwijking bestaan bij de hond, pups met deze afwijking sterven voor- of tijdens de geboorte of in de eerste dagen na de geboorte. Daar er geen gevallen van Down Syndroom bij honden bekend zijn, wordt veronderstelt dat deze pups in geen geval levensvatbaar zijn. Literatuur: ADHD bij honden: Dr. R.J. Opmeer. Praktijk Bedion, praktijk en opleidingscentrum voor homeopathische (dier)geneeskunde en diagnostiek. Elevated serum neurotensin and CRH levels in children with autistic spectrum disorders and tail-chasing Bull Terriers with a phenotype similar to autism. I Tsilioni, N Dodman, A I Petra, A Taliou, K Francis, A Moon-Fanelli, L Shuster and T C Theoharides. Department of Integrative Physiology and Pathobiology, Tufts University School of Medicine, Boston, MA, USA. Department of Clinical Sciences, Cummings School of Veterinary Medicine, Tufts University, Grafton, MA, USA. Second Department of Psychiatry, Attikon General Hospital, Athens University, Athens, Greece. Department of Internal Medicine, Tufts University School of Medicine and Tufts Medical Center, Boston, MA, USA. Department of Psychiatry, Tufts University School of Medicine and Tufts Medical Center, Boston, MA, USA.
ADHD betekent letterlijk “Attention Deficit Hyperactivity Disorder”. De diagnose ADHD wordt als zodanig niet gebruikt bij honden, hoewel honden wel de karakteristieke kenmerken kunnen vertonen. Honden met ADHD symptomen zijn hyperactief, kunnen zich moeilijk concentreren en zijn bijzonder snel afgeleid. Daarnaast kunnen ze impulsief zijn, overgevoelig voor allerlei prikkels en moeilijk te corrigeren. Het probleem is vooral om dit type honden een consequente en evenwichtige opvoeding te geven, op cursus kunnen ze de aandacht niet bij de les houden of zich op een opdracht concentreren.
Kenmerken van autistisch gedrag: - Staart jagen, rondjes draaien, specifieke plek likken of zuigen (Stereotiepe bewegingen) - Hyperfocus op objecten (dwarrelende blaadjes, schaduwen) - Bewegingloos in trance liggen staren in het niets - In zichzelf gekeerd, weinig tot geen oogcontact - Moeite met sociale omgang met soortgenoten en mensen (geen initiatieven tot communicatie, geen contact zoeken) - Niet reageren op emoties van anderen (soortgenoten of mensen)
Bewegingloos in trance staren in het niets
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster © Pride Webdesign 2016