WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE
Doofheid bij de hond
Tekst Ruut Tisltra
Highlights
Ziekte en Gezondheid
De anatomie van het oor:
1: Het buitenoor bestaat uit de oorschelp en de gehoorgang, die uitmond tegen het trommelvlies.
Na dit trommelvlies begint het middenoor.
2:
Het
middenoor
bestaat
uit
3
gehoorbeentjes:
hamer,
aambeeld
en
stijgbeugel.
Deze
geven
de
geluidstrillingen
van
het
trommelvlies
door
aan
het
binnenoor.
In
het
middenoor
zit
ook
een
verbinding
van
het
middenoor
met
de
keel
(buis
van
eustachius). Door deze buis kan de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies steeds gelijk gehouden worden.
3:
Het
binnenoor
is
met
vocht
gevuld.
Hier
worden
de
geluidstrillingen
van
de
lucht
in
het
slakenhuis
omgezet
naar
elektrische
signalen. Deze signalen worden via de gehoorzenuw (nervus acusticus) verder getransporteerd naar de hersenen.
Doofheid
bij
honden
kan
verschillende
oorzaken
hebben;
gedacht
kan
worden
aan
externe
oorzaken
zoals
infecties
of
een
met
oorsmeer
of
een
van
viezigheid
verstopte
gehoorgang,
beschadigingen
aan
het
trommelvlies
zodat
de
geluidsgolven
de
gehoorbeentjes
niet
tot
trilling
kunnen
brengen
(beschadigingen
aan
het
trommelvlies
kunnen
spontaan
herstellen
ofwel
ontstekingen
geven
aan
het
middenoor).
Ook
trauma
aan
de
schedel
veroorzaakt
door
geweld
kan
doofheid
veroorzaken.
Beschadiging/ontsteking
van
het
middenoor,
waardoor
hamer,
aambeeld
en
stijgbeugel
belemmerd
wordt.
Beschadiging
of
onderbreking
van
zenuwweefsel
waardoor
het
elektrische
signaal
nier
naar
en
door
de
hersenen
getransporteerd
wordt.
Dit
kan
voorkomen
door
b.v.
hersenvliesontsteking,
ongelukken,
beschadiging
door
lawaai,
ouderdom
en
gebruik
van
sommige
medicijnen.
De anatomie van het oor:
Deze
vormen
van
doofheid
zijn
niet
van
essentieel
belang
voor
onze
honden
in
de
fokkerij;
in
dit
artikel
zullen
wij
ons
uitsluitend toespitsen op de aangeboren ofwel congenitale doofheid bij de hond.
Congenitale- of aangeboren doofheid
De
hond
kan
een
aangeboren
doofheid
hebben,
welke
kan
ontstaan
door
afwijkingen
aan
het
binnenoor,
de
zenuwen
of
de
hersenen.
Deze
doofheid
kan
eenzijdig
of
beiderzijds
voorkomen,
waarbij
vooral
de
eenzijdige
doofheid
moeilijk
is
vast
te
stellen.
Al
heel
lang
wordt
aangeboren
doofheid
voornamelijk
in
verband
gebracht
met
de
kleur
van
de
vacht
-
wit
of
grote
delen
wit
-
en/of
blauwe
ogen.
Deze
erfelijke
sensorneurale
vorm,
die
verbonden
is
met
niet-pigmentatie
ofwel
hypopigmentatie/
leukistische
verantwoordelijke
genen,
wordt
hoofdzakelijk
veroorzaakt
door
de
Merle
of
Piebald
genen.
Daarentegen wordt doofheid niet waargenomen bij albinisme.
Niet
alle
honden
met
Merle
of
Piebald
genen
zijn
per
definitie
doof,
maar
deze
honden
vormen
wel
een
risicogroep.
Ook
bij
onze
Zwitserse
Witte
Herder
zijn
er
een
aantal
gevallen
van
congenitale
doofheid
bekend.
Het
is
verstandig
om
niet
te
fokken
met
één-
of
beiderzijds
dove
honden;
ook
is
het
aan
te
bevelen
om
honden
bestemd
voor
de
fokkerij,
zeker
uit
risicolijnen,
te
testen
(BAER=
Brain
stem
Auditory
Evoked
Response)
op
het
gehoor.
Verschillende
fokkers
testen
de
honden
al
op
het
Merle
gen,
wat
op
zich
een
zeer
goede
zaak
is
en
uitermate
interessant
bij
onderzoek
naar
doofheid
binnen
ons
ras.
Let
wel,
niet
alle
Merle
honden
zijn
doof
of
geven
dove
nakomelingen!
Honden
die
Homozygoot
zijn
voor
het
Merle
ge
zijn
in
de
regel
doof;
honden
die
heterozygoot
zijn
voor
het
Merle
gen
hebben
een
verhoogd
risico.
Het
is
niet
relevant
om
honden
met
Merle
of
Piebald
genen
automatisch
te
weren
uit
de
fokkerij,
het
blijft
dus
zaak
om
de
honden
te
testen
met
de
BAER test en bij bewezen doofheid deze honden niet in te zetten.
De dove pup
Aangeboren
doofheid
ontstaat
door
degeneratie
(verval)
van
de
bloedtoevoer
van
het
middenoor
(cochlea)
op
de
leeftijd
van
3
à
4
weken.
Het
verval
van
de
bloedvoorziening
geeft
verlies
van
sensorische
haarcellen
en
leidt
tot
doofheid.
De
doofheid
wordt
veroorzaakt
door
afwijkingen
in
de
cellen
die
de
trillingen
opvangen.
Die
cellen
zijn
vaak
afwijkend
als
de
pigmentcellen
ook
afwijkend
zijn
ten
gevolge
van
de
ontbrekende
bloedvoorziening.
Deze
bloedvoorziening
kan
min
of
meer
normaal
zijn
tot
een
leeftijd
van
ongeveer
4
weken,
waarna
deze
afneemt.
Deze
afwijking
wordt
vooral
waargenomen
bij
honden
met
een
witte
vachtkleur
of
grote
delen
wit
in
de
vacht
en/of
blauwe
ogen
(Collie,
Australische
Herder,
Dalmatische
honden). Doofheid, vooral eenzijdige, is moeilijk waar te nemen, zeker bij de jonge pup die nog bij de moeder is.
Waarnemingen kunnen zijn:
•
De pup reageert niet op harde geluiden
•
De pup reageert alleen als hij u aankijkt
•
De pup draait de verkeerde kant op als u hem roept
•
De pup slaapt meer dan de andere pups
•
De pup wordt pas wakker als u hem aanraakt
•
De pup reageert pas, ten gevolge van het gedrag van de andere pups
•
De pup loopt achter op de geestelijke ontwikkeling van de andere pups zonder lichamelijke oorzaak
Doofheid
kan
dus
verdacht
worden
aan
de
hand
van
waarnemingen
in
het
gedrag
van
de
betreffende
pup(s).
Absolute
oorzaak
van
dit
afwijkend
gedrag
kan
slechts
vastgesteld
worden
aan
de
hand
van
testen,
na
onderzoek
op
eventuele
andere
oorzaken
zoals
bijvoorbeeld
een
infectie.
Bij
verdenking
van
doofheid
van
één
of
meerdere
pups
is
het
een
goede
zaak om het voltallige nest (en de ouderdieren) te laten onderzoeken aan de hand van een BAER test.
De meting van BAER (Brain stem Auditory Evoked Response)
(bron N.A. Dijkshoorn)
De
elektrische
stroompjes
die
ontstaan
bij
het
prikkelen
van
een
zenuw,
verplaatsen
zich
naar
de
hersenen.
In
de
hersenstam
zijn
er
knooppunten
waar
de
zenuw
overschakelt
op
één
of
meerdere
andere
zenuwen
op
zijn
weg
naar
de
gehoorkern
in
de
hersenen.
De
hierbij
optredende
hersenactiviteit
is
op
te
vangen
en
na
versterking
zichtbaar
te
maken
op
een
scherm
of
via
een
schrijver
vast
te
leggen
op
papier.
Hierbij
is
te
denken
aan
een
EEG
(electro-encephalo-gram)
waarbij
ook hersenactiviteit wordt gemeten.
Het
gehooronderzoek
wordt
in
een
speciale
storingsvrije
en
voor
de
BAER-test
daartoe
ingerichte
ruimte
verricht.
De
ruimte
is
zo
gelokaliseerd
dat
de
pups
niet
in
de
wachtkamer
bij
andere
patiënten
behoeven
te
verkeren.
Bij
de
BAER-test
wordt
de
hersenactiviteit
opgewekt
doordat
het
trommelvlies
klikgeluiden
opvangt.
Deze
klikgeluiden
(1000
kliks
per
minuut
met
een
sterkte
van
70
decibel)
worden
opgewekt
door
een
machine
en
hoorbaar
gemaakt
met
een
koptelefoontje
dat
in
de
gehoorgang
van
een
oor
wordt
aangebracht.
Er
worden
drie
dunne
naalden,
die
met
snoertjes
verbonden
zijn
met
de
BAER-
machine (de zogenaamde elektroden), onder de huid gestoken; een bij elke oorbasis en een midden op de kop.
De
gemiddelde
hersenactiviteit
die
meetbaar
is
nadat
1000
kliks
zijn
aangeboden,
vertoont
een
kenmerkend
patroon
van
5
pieken.
Bij
de
beiderzijds
horende
hond
vertonen
de
BAERs
van
beide
oren
een
identiek
beeld.
Is
een
hond
eenzijdig
doof
dan
zijn
de
BAERs
van
die
zijde
sterk
afwijkend
(zie
Figuur
3,
de
onderste
lijnen
zijn
van
een
doof
oor).
Beiderzijds
dove
honden
hebben
BAERs
van
min
of
meer
vlakke
registratielijnen.
De
geringe
registratie
bij
de
zijde
van
het
dove
oor
van
een
eenzijdig
dove
hond
is
te
verklaren
doordat
het
niet
dove
oor
de
kliks
waarneemt
als
het
dove
oor
geprikkeld
wordt,
zodat
de hersenen toch worden geprikkeld, maar door het andere, niet geteste oor.
Alleen de BAER-test wordt door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland en de Federation
Cynologique International (FCI) erkend.
De resultaten van de test worden vastgelegd in een officieel onderzoeksrapport "Cochleaire doofheid".
Ik wil een gehoortest voor mijn hond: wat moet ik doen?
Een
telefonische
afspraak
maken
bij
een
van
onderstaande
klinieken.
De
hond
moet
minimaal
6
weken
oud
zijn
en
gechipt.
Neemt
u
wel
de
stamboom
(in
het
geval
van
een
ouderdier)
mee.
Bij
een
pup
kunt
u
volstaan
met
het
stamboomnummer
welke u vindt op de factuur van de Raad van Beheer.
U
kunt
ook
een
afspraak
maken
voor
een
heel
nest,
mits
de
dieren
gechipt
zijn
door
een
nestcontroleur
en
ouder
zijn
dan
6
weken.
Meldt
u
dan
wel
om
hoeveel
dieren
het
gaat.
Neemt
u
wel
de
aanvragen
van
de
stambomen
of
de
chipformulieren
mee.
Klinieken waar u een gehoortest kunt laten doen:
Eersel:
Drs. M.A.P.M. Kappen
Kliniek voor Gezelschapsdieren Eersel
Hint 16b
5521 AH Eersel
tel. 0397-518000
Zeist:
Drs. N.A. Dijkshoorn
Dierenartsenpraktijk Dijkshoorn
Utrechtseweg 50
3704 HE Zeist
tel: 030-6954264
Drachten
Drs. H.A. Beijer
Dierenziekenhuis Drachten
De Bolder 74
9206 AR Drachten
tel: 0512-513627
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster
© Pride Webdesign 2016