WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE
Oogafwijkingen
Tekst Ruut Tisltra
Highlights
Ziekte en Gezondheid
Oogafwijkingen bij de hond
Bij
verschillende
hondenrassen
is
oogonderzoek
een
verplicht
onderdeel
voordat
er
met
de
hond
mag
worden
gefokt.
Bij
de
Zwitserse
Witte
Herder
is
dat
niet
het
geval.
Hoewel
het
(nog)
niet
erg
vaak
voorkomt,
komen
er
toch
verschillende
oogafwijkingen
voor
in
ons
ras.
Het
is
daarom
raadzaam
om
uw
hond
te
laten
testen
alvorens
ermee
te
fokken,
zeker
als
gebleken
is
dat
er
eerder
in
de
lijn
honden
voorkomen
met
een
erfelijke
oogafwijking.
De
test
is
vrij
eenvoudig
en
de
hond
hoeft hiervoor niet onder narcose.
De hond wordt getest op de volgende erfelijke oogafwijkingen:
•
PPM = Membrana Pupillaris Persistens
•
PHTVL/PHPV = Persiserende Hyperplastische Tunica Vasculosa Lentis/Primair Vitreum
•
Cataract (congenitaal)
•
Cataract (niet congenitaal)
•
RD = Retina Dysplasie
•
Hypoplasie-/Micropapilla
•
CEA = Collie Eye Anomaly
•
Entropion/Trichiasis
•
Ectropion/Macroblepharon
•
Distichiasis/Ectopische Cilie
•
Cornea dystrophie
•
Lensluxatie (primair)
•
PRA = Retina degeneratie
Wat betekent de uitslag?
-
Vrij
De
hond
vertoont
geen
verschijnselen
van
de
aangegeven,
als
erfelijk
beschouwde
oogziekte.
Dit
betekent
niet
dat
de
hond
de
afwijking
niet
kan
doorgeven
aan
de
nakomelingen.
De
hond
kan
immers
drager
zijn
van
de
erfelijke
ziekte.
Ook
is het niet uit te sluiten dat de hond de afwijking later zelf alsnog krijgt.
-
Voorlopig Niet Vrij
De
hond
heeft
symptomen
die
behoren
bij
het
ziektebeeld
van
PRA.
Er
worden
dus
afwijkingen
gezien
die
passen
in
het
klinisch
beeld
van
deze,
als
erfelijk
beschouwde,
oogziekte.
Voortschrijding
(progressie)
van
het
ziekteproces
moet
de
diagnose bevestigen. Meestal wordt na een half jaar de hond opnieuw onderzocht.
-
Twijfelgeval (onbeslist)
Zeer
geringe
afwijkingen,
die
mogelijk
passen
bij
het
klinische
beeld
van
de
erfelijke
oogziekte;
deze
zijn
echter
onvoldoende specifiek. Twijfelgeval betekent niet dat de onderzoeker het niet weet! Er zijn wel degelijk afwijkingen van het
normale beeld bij de hond aanwezig, maar ze zijn niet duidelijk genoeg aanwezig om de hond "niet vrij" te verklaren.
-
Niet Vrij
De hond vertoont de klinische symptomen van de erfelijke oogziekte.
Pannus
ofwel Uberreiter’s syndroom, keratitis vasculosa et pigmentosa, of chronic superficial keratitis (CSK)
(Bron: Oogdierenarts Gerlinde Janssens)
In het verloop van de aandoening onderscheiden we 4 stadia:
•
De pannus tenuis: er is een witte waas, vooral in het laterale deel van het hoornvlies (dit is het deel van het
hoornvlies tegenovergesteld aan de neuskant). Deze witting is het gevolg van het infiltreren van cellen.
•
Pannus vasculosus, groeien er ook bloedvaten in het hoornvlies. Ook een beetje pigment, donkerbruin tot zwart,
migreert in het hoornvlies.
•
Pannus en epaulette, wordt gekenmerkt door een verheven roos weefsel, (fibrovasculair weefsel) in het hoornvlies,
vergezeld van pigment.
•
Pannus siccus is het laatste stadium. Dan treedt er vooral littekenvorming op. Blindheid is mogelijk als veel pigment
en littekenweefsel het hoornvlies volledig ondoorzichtig maken
Na
oogonderzoek
door
de
dierenarts,
die
controleert
of
het
hoornvlies
niet
positief
kleurt
na
fluoresceïne,
kan
gestart
worden
met
oogzalven
of
–druppels,
die
cortisone
bevatten.
Soms
wordt
er
cortisone
onder
het
slijmvlies
van
de
oogbol
gespoten.
Bestraling
en
bevriezing
zijn
andere
mogelijkheden.
Als
het
hoornvlies
compleet
ondoorzichtig
geworden
is,
dan
helpt
alleen
nog
het
chirurgisch
weghalen
van
het
buitenste
deel
van
het
hoornvlies.
Snel
nadien
moet
echter
weer
opnieuw met een lokale behandeling herbegonnen worden.
PPM (Membrana Pupillaris Persistens)
PPM
is
een
aangeboren
afwijking
waarbij
restanten
aanwezig
zijn
van
weefsel
dat
normaal
kort
na
de
geboorte
verdwijnt.
De
afwijking
kan
in
zeer
lichte
mate
voorkomen,
zonder
enig
gevolg
voor
het
gezichtsvermogen.
In
ernstiger
gevallen
zijn
er
wel
nadelige
gevolgen.
Deze
aandoening
verslechtert
niet;
in
feite
is
het
vaak
zo
dat
bij
honden
die
als
pup
een
milde
vorm
van
PPM
hadden,
de
PPM
verminderd/verdwijnt,
naarmate
zij
ouder
worden.
Bij
een
aantal
rassen
is
het
een
bewezen
erfelijke
afwijking
en
kan
het
ook
problemen
voor
het
gezichtsvermogen
geven.
Er
zijn
verschillende
verschijningsvormen
van
PPM.
Zo
kunnen
'draadjes'
lopen
van
iris
naar
iris,
van
iris
naar
lens,
van
iris
naar
netvlies.
Ook
is
het
mogelijk
dat
het
'draadje'
maar
aan
één
kant
vastzit.
Deze
verdwijnen
over
het
algemeen
naarmate
de
pup
opgroeit.
Het
is
daarom
van
belang
om
honden,
die
als
pup
niet
geheel
vrij
zijn
verklaard,
voordat
ze
voor
de
fok
worden
ingezet
na
een jaar nogmaals te laten controleren.
PHTVL/PHPV (Persiserende Hyperplastische Tunica Vasculosa Lentis/Primair Vitreum)
PHTVL/PHPV
is
een,
op
zich,
zeldzaam
voorkomende,
aangeboren
oogafwijking.
Als
gevolg
van
een
storing
in
de
ontwikkeling
blijven
er
restjes
achter
van
het
embryonale
lensvaatnetje
dat
voor
de
geboorte
de
achterzijde
van
de
lens
van
voedingsstoffen
moest
voorzien.
Er
blijven
minieme
restjes
van
het
lensvaatnetje,
ook
na
de
geboorte
zitten.
Bij
de
ernstige
vormen
blijven
er
grotere
delen
achter
en
gaan
zij
tevens
woekeren.
Bij
de
ernstige
vorm
van
deze
oogafwijking
komt
altijd
in
beide
ogen
voor.
Er
blijft
een
laagje
gepigmenteerd,
gewoekerd
littekenweefsel
met
vaatresten
tegen
de
achterkapsel
van
de
lens
zitten.
Daarnaast
kunnen
de
lenzen
aan
de
achterzijde
conisch
(kegelvormig)
zijn
misvormd.
Bij
de
ernstige
vormen
heeft
het
proces
een
slechte
invloed
op
de
lensinhoud,
waardoor
deze
langzaam
troebel
wordt
(cataract).
Dit
cataract
kan
reeds
bij
de
geboorte
aanwezig
zijn,
waardoor
de
pups
direct
al
blind
zijn.
Het
kan
ook
gedurende
het
leven
langzaam
in
ernst
toenemen.
De
weg
van
het
licht
naar
het
netvlies
wordt
daardoor
steeds
meer
geblokkeerd, de hond kan steeds minder zien en wordt langzaam blind.
Cataract (congenitaal)
Dit
is
aangeboren
grauwe
staar.
Reeds
bij
de
jonge
pup
zijn
troebelingen
in
de
lens
zichtbaar,
die
het
gezichtsvermogen
kunnen belemmeren.
Net
als
bij
mensen
is
ook
bij
honden
een
staar
operatie
mogelijk.
Bij
het
verloop
bij
oudere
honden
is
dat
meestal
niet
aan
de
orde.
De
mate
waarin
de
hond
door
de
kwaal
wordt
gehinderd,
rechtvaardigt
de
operatie
niet.
Bij
een
jonge
hond
met
staar
ontstaat
de
blindheid
vaak
veel
sneller,
zodat
het
dier
zich
minder
kan
aanpassen.
Bovendien
is
de
last
die
het
dier
ervan
ondervindt
bij
een
jonge
actieve
hond
veel
groter.
In
dat
geval
kan
een
hond
voor
operatie
verwezen
worden
naar
een
oogspecialist.
Als
bij
controle
blijkt
dat
het
netvlies
nog
wel
goed
functioneert
kan
tot
operatie
worden
besloten.
Bij
deze
operatie
wordt
de
ondoorzichtige
lens
verwijderd.
Na
een
geslaagde
operatie
kan
de
hond
weer
zien,
zij
het
met
een minder scherp beeld.
Cataract (niet congenitaal)
Cataract
of
ook
wel
genoemd
staar
is
een
troebeling
van
de
lens
van
het
oog,
waardoor
deze
ondoorlaatbaar
wordt
voor
licht.
Het
toont
zich
doordat
de
zwarte
pupil
in
het
centrum
van
de
gekleurde
iris
geleidelijk
grijzig
en
later
wit
wordt.
In
het
begin
ontstaat
hierdoor
het
beeld
als
bij
het
kijken
door
matglas,
bij
verergering
zal
geleidelijk
volledige
blindheid
ontstaan.
Een
enkele
keer
ontstaat
staar
al
op
jonge
leeftijd,
soms
wordt
het
gezien
als
complicatie
bij
suikerziekte,
maar
in
de
meeste
gevallen
gaat
het
om
honden
met
ouderdomsstaar.
Bij
honden
zien
we
vanaf
een
leeftijd
van
9
jaar
dat
de
lens
heel
geleidelijk
troebel
wordt.
Zeker
in
het
begin
heeft
het
dier
daar
nog
geen
last
van.
Pas
na
verloop
van
tijd
kan
merkbaar
zijn
dat
de
hond
geleidelijk
minder
gaat
zien.
Volledige
blindheid
zien
we
vooral
bij
honden
die
14
jaar
of
ouder
zijn.
RD (Retina Dysplasie)
(Bron: Dr. F.C. Stades, Dierenarts, specialist oogheelkunde)
Retina
Dysplasie
is
een
aangeboren
netvliesafwijking.
Hierbij
zijn
er
plooitjes
in
het
netvlies.
Het
aantal
kan
beperkt
zijn
(focale
vorm),
maar
ook
meer
uitgebreide
vormen
komen
voor
(geografische
en
totale
vorm).
In
de
laatste
gevallen
is
er
sprake
van
beperking
van
het
gezichtsvermogen.
De
afwijking
komt
bij
meerdere
rassen
voor.
Daar
er
bij
de
lichtste
vorm
vooralsnog
geen
afwijkingen
in
het
gezichtsvermogen
zijn
geconstateerd,
worden
in
het
algemeen
geen
fokbeperkingen
geadviseerd,
behalve
bij
rassen
waarbij
de
ernstiger
vormen
ook
bekend
zijn.
De
gevallen
worden
echter
altijd
wel
geregistreerd.
Dieren
met
de
midden-,
of
geografische
vorm
van
RD
en
zeker
die
met
de
ernstige
vorm
kunnen
beter
van
de fokkerij worden uitgesloten. Ook directe familieleden kunnen beter niet worden gebruikt.
Hypoplasie-/Micropapilla
bij
de
micro-
en
de
hypoplastische
-
niet
functionele
–
papil
is
de
kop
van
de
oogzenuw
onvoldoende
ontwikkeld
wat
zich
uit
in
een
vermindering
van
het
aantal
zenuwvezeltjes
en
zenuwcellen.
Het
gezichtsvermogen
van
een
oog
met
een
hypoplastische papil is vrijwel nihil.
CEA (Collie Eye Anomaly)
Dit
komt
vooral
bij
de
Schotse
Herdershond
en
de
Shetland
Sheepdog
voor.
Het
is
een
aangeboren
afwijking
waarbij
het
netvlies,
het
vaatvlies
en
de
oogzenuw
betrokken
kan
zijn.
De
ernst
van
de
afwijking
bepaalt
de
mate
waarin
het
gezichtsvermogen
is
aangetast.
Het
is
een
aandoening
met
veel
variatie
in
manifestatie
en
ernst
van
de
kenmerken.
De
twee
meest
opvallende
zijn
spleetvorming
in
de
optische
schijf
of
een
abnormale
ontwikkeling
van
weefsellaag
onder
de
retina. CEA kan al op jonge leeftijd vastgesteld worden maar CEA verandert in de loop van het leven niet.
Entropion/Trichiasis
Entropion
is
het
naar
binnen
krullen
van
de
rand
van
het
ooglid.
Het
kan
hierbij
gaan
om
het
hele
onderooglid
of
delen
hiervan,
alleen
om
de
(binnen)ooghoek
of
om
het
bovenooglid.
Iedere
keer
als
de
hond
knippert,
schuren
de
haren
op
de
rand
van
het
naar
binnengekrulde
ooglid
over
het
hoornvlies.
Dit
veroorzaakt
op
den
duur
beschadigingen
en
ontstekingen.
Als
een
hond
heeft
veel
last
heeft
van
entropion
is
dat
te
merken
aan
het
heftige
tranen
van
het
oog,
lichtschuwheid,
het
afscheiden
van
slijm
en
pus,
veel
knipperen
en
het
toeknijpen
van
de
oogleden.
Uiteindelijk
kan
het
hoornvlies
helemaal
ondoorzichtig
worden.
Ook
kan
er
een
zeer
pijnlijk
hoornvlieszweer
ontstaan;
het
doorbreken
hiervan
leidt
in
de
meeste
gevallen
tot
blindheid
of
zelfs
tot
verlies
v.h.
oog.
Bij
voorkeur
moet
een
hond
aan
entropion
geopereerd
worden
als
zijn
hoofd
is
uitgegroeid,
maar
bij
pups
moet
soms
eerder
ingegrepen
worden
om
vergaande
beschadiging
van
het
hoornvlies
te voorkomen.
Ectropion/Macroblepharon
Dit
is
een
afwijking
waarbij
een
ooglid
(meestal
het
onderooglid)
naar
buiten
draait.
Het
komt
bij
veel
rassen
voor.
Wanneer
het
ooglid
langs
de
neuskant
is
omgekruld,
spreken
we
van
mediaal
ectropion.
De
hond
traant
en
knijpt
de
oogleden
meer
toe,
maar
daar
het
niet
goed
sluit
kan
het
oog
uitdrogen.
De
slijmvliezen
zijn
roder.
Het
hoornvlies
kan
ontstoken
geraken.
Wanneer
de
aandoening
een
tijdje
bestaat,
dan
kunnen
er
bloedvaten,
witte
plekken
(oedeem),
pigment
en
soms
sekwestervorming
aanwezig
zijn
in
het
hoornvlies.
Bij
een
lichte
graad
van
ectropion
wordt
vaak
enkel
wat
beschermende
oogzalf
voorgeschreven.
In
erge
gevallen
wordt
de
hond
geopereerd.
Er
wordt
een
stukje
huid
weggenomen dicht bij de ooglidrand zodat die niet meer omkrult.
Distichiasis/Ectopische Cilie
Dit
is
abnormale
haargroei
in
de
ooglidrand
en
op
andere
plaatsen
zoals
in
de
bindvliezen.
De
haartjes
kunnen
door
constante irritatie beschadigingen van het hoornvlies geven.
Distichiasis:
enkele
of
vele
haartjes
op
de
vrije
ooglidrand,
ze
komen
door
de
openingen
van
de
kliertjes
van
Meibomius
heen,
deze
haartjes
kunnen
fijn
en
zacht
zijn
en
veroorzaken
dan
geen
irritatie;
zijn
de
haartjes
stug
dan
kan
beschadiging van het hoornvlies optreden.
Ectopische
Cilie:
hierbij
bevinden
zich
1
of
meer
haartjes
in
een
kliertje
van
Meibomius,
maar
dit
haar
komt
niet
door
de
opening
op
de
ooglidrand
zelf
naar
buiten
,
maar
wel
doorheen
het
slijmvlies
van
het
ooglid,
en
daardoor
beschadigt
dit
haar het hoornvlies, de ectopische cilie bevindt zich meestal in het midden van het bovenooglid.
Cornea dystrophie
Bij
deze
aandoening
wordt
het
hoornvlies
(
cornea)
troebel
door
het
ontstaan
van
neerslagen,
meestal
centraal
op
het
hoornvlies Er is dan in het midden een dof plekje zichtbaar. De hond heeft daar verder geen last.
Lensluxatie (primair)
Dit
is
het
loslaten
van
de
lens.
Komt
vooral
voor
bij
kleine
Terriërs
en
treedt
meestal
op
rond
de
4
jarige
leeftijd.
Een
lensloslating kan een drukverhoging (glaucoom) in het oog veroorzaken en zo tot blindheid leiden.
PRA (Retina degeneratie)
PRA
is
een
groep
van
netvliesafwijkingen
die
bij
veel
rassen
voorkomt
en
tot
blindheid
leidt.
Het
begint
meestal
met
slecht
zien
in
het
donker
(nachtblindheid)
en
leidt
uiteindelijk
na
enkele
jaren
tot
volledige
blindheid.
Er
bestaat
geen
behandeling
voor
PRA.
PRA
ontwikkelt
zich
bij
veel
rassen
pas
na
het
derde
of
vierde
levensjaar.
Voor
die
tijd
is
er
aan
de
hond
niets
te
merken
en
bij
het
oogonderzoek
ook
niet
te
zien.
Voor
een
aantal
rassen
bestaat
er
nu
een
DNA-test,
waardoor
bij
pups
al
is
vast
te
stellen
of
de
hond
genetisch
vrij
is
of
dat
er
een
kans
is
op
dragerschap
of
lijderschap.
De
verwachting is dat deze ontwikkelingen de komende jaren zullen doorgaan.
Laska met donkere bril
Een
andere
oogafwijking
die
bij
de
Zwitserse
Witte
Herder
voorkomt is Pannus.
Pannus
is
een
aandoening
van
het
hoornvlies
(cornea).
Vooral
bij
Duitse
Herders,
Belgische
Herders,
verwante
rassen
en
kruisingsproducten
komt
het
voor.
De
letsels
zijn
beiderzijds,
maar
beide
ogen
zijn
niet
noodzakelijk
aangetast.
Het
betreft
een
immuun-gemedieerde
aandoening
en
UV
licht
zou
een
rol
spelen
bij
het
ontstaan
van
dit
hoornvlies
probleem.
Ook
het
leven
op
grote
hoogtes
kan
de
aandoening
duidelijk
doen
toenemen
Pannus
kan
niet
definitief
genezen
worden
,
maar
wel
onder
controle
gehouden
worden.
De
aandoening
komt
even
vaak
voor
bij
reuen
als
bij
teven.
De
leeftijd
waarop
de
aandoening
tot
uiting
komt
varieert
van
3
tot
6
jaar
en
kan
zelfs
nog
optreden
na
het
9e
jaar.
Honden
die
op
grote
hoogte
leven
of
in
gebieden
met
veel
zonlicht
wordt
aangeraden
een
speciale
bril
te
dragen
om
de
ogen te beschermen tegen de UV stralen. (zie foto)
Geraadpleegde artikelen en bronnen:
Raad van Beheer op Kynologisch Gebied
Veterinaire Specialisten Oisterwijk
Oogdierenarts Gerlinde Janssens
Veterinair Specialistisch Centrum De Wagenrenk
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster
© Pride Webdesign 2016