WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE
Het MDR1 Gendefect onder de loep
Tekst Ruut Tisltra
Highlights
Ziekte en Gezondheid
DEEL 2:
Rassen waarbij het defecte gen is aangetoond:
Australian
Shepherd,
Border
Collie,
Schotse
Herdershond,
kruisingen
van
of
met
Collie-achtige
rassen
en
aanverwante
Collieachtigen,
Sheltie,
Old
English
Sheepdog
(Bobtail),
Longhaired
Whipped,
Silken
Windhound
en
aanverwanten/kruisingen,
Bearded Collie, Australian Cattle Dog en voor ons erg belangrijk, de Duitse Herder en
de Zwitserse Witte Herder
.
Lijst van geneesmiddelen welke deze overgevoeligheid geven:
De lijst van 1 december 2005 omvat de "Problem Drugs", de geneesmiddelen waarvan is aangetoond dat ze problemen
veroorzaakten bij honden met de MDR1 mutatie:
Acepromazine : verdovingsmiddel
Butorphanol : pijnstiller
Cyclosporine : ter onderdrukking van de werking van het immuunsysteem
Digoxin : ter versterking van de hartfunctie
Doxorubicin : celgroeiremmer, ter bestrijding van tumoren
Ivermectin : tegen parasieten zoals luizen, mijten en wormen
Loperamide : ter bestrijding van diaree
Vinblastine : celgroeiremmer, ter bestrijding van tumoren
Vincristine : celgroeiremmer, ter bestrijding van tumoren
De "Potential Problem Drugs", de geneesmiddelen die er ernstig van worden verdacht dat ze problemen zouden kunnen
veroorzaken bij honden die de MDR1 mutatie hebben:
Domperidone : tegen misselijkheid en maagklachten
Etoposide : celgroeiremmer, ter bestrijding van tumoren
Mitoxantrone : celgroeiremmer, ter bestrijding van tumoren
Morphine : verdovingsmiddel, vooral pijnstiller
Ondansetron : ter bestrijding van misselijkheid en braken
Paclitaxel : celgroeiremmer, ter bestrijding van tumoren
Quinidine : tegen hartritmestoornissen
Rifampicine : antibioticum
in de Europese literatuur wordt nog een aantal geneesmiddelen aan de lijst van "Problem Drugs" toegevoegd:
Chinidine : ter bestrijding van hartritmestoornissen
Dexamethason : remt ontstekingen en onderdrukt allergische reacties
Ebastine : ter onderdrukking van allergische reacties
Grepafloxacine, Sparfloxacine : antibiotica, ter bestrijding van infecties
(Bron Genetic Counselling Services)
Een DNA test voor MDR1
Er
is
tegenwoordig
een
goede
DNA
test
beschikbaar
om
de
honden
te
testen
op
het
hebben
of
ontbreken
van
het
MDR1
Gen.
Honden
waarvan
beide
ouders
getest
zijn
en
positief
bevonden
(MDR1
+/+),
dus
het
defect
NIET
hebben,
behoeven
niet
getest
te
worden,
ook
deze
pups/honden
zullen
het
defect
niet
hebben.
Honden
geboren
uit
een
drager
en
een
positief
geteste
hond
kunnen
drager
zijn
(MDR1
+/-)
en
pups
geboren
uit
2
dragers
of
een
lijder
kunnen
tenslotte
drager
of
lijder
zijn
(MDR1
-/-)
Mocht
u
een
hond/pup
hebben
van
niet
geteste
ouderdieren
dan
is
het
raadzaam
om
de
hond
te
laten
testen
op
dit
defect,
ook
als
u
geen
enkele fokaspiraties of plannen hebt.
Uw hond is "vrij" en heeft twee "gezonde" allelen:
MDR1 +/+
De
hond
zal
bij
gebruik
van
risico-geneesmiddelen
geen
overgevoeligheidsreacties
krijgen
en
kan
de
afwijking
niet
doorgeven
aan
de nakomelingen.
Uw hond is "drager" en heeft één "gezond" allel en een "defect" allel:
MDR1 +/-
De
hond
zal
het
mutante
allel
aan
de
helft
van
zijn
nakomelingen
doorgeven.
Dragers
kunnen
vergiftigingsverschijnselen
krijgen
bij toediening van een normale dosis van de betreffende medicijnen.
Uw hond is "lijder" en heeft dus twee defecte allelen:
MDR1 -/-
Lijders
geven
het
afwijkende
allel
door
aan
al
hun
nakomelingen
in
de
volgende
generatie
en
krijgen
vergiftigingsverschijnselen
bij
toediening van risico-geneesmiddelen. Het zijn de dieren die de overgevoeligheidsreacties in hevige mate vertonen.
Belangrijke geruststelling!
Het
is
geruststellend
te
weten
dat
honden
die
dergelijke
verkeerde
genen
bezitten,
verder
compleet
gezonde
honden
zijn
die
helemaal normaal functioneren!
Zolang
ze
niet
in
contact
met
de
genoemde
stoffen
komen
zal
er
niets
gebeuren.
En
met
deze
stoffen
komen
ze
niet
zomaar
in
contact
(in
voer
bijvoorbeeld)
-
het
zijn
allemaal
geneesmiddelen.
Wanneer
een
dergelijke
hond
ziek
wordt
en
bepaalde
medicijnen
nodig heeft, is het belangrijk dat gezocht wordt naar alternatieven.
Belangrijke waarschuwing!
In
de
lijst
kunt
u
zien
dat
een
aantal
middelen
gewoon
verkrijgbaar
zijn
bij
de
drogist
of
de
dierenspeciaalzaak.
We
denken
dan
vooral
aan
Imodium®
tegen
diarree
en
het
verdovende
middel
Acepromazine
dat
vaak
wordt
gebruikt
voor
bestrijden
van
vuurwerkangst
of
angst
voor
autorijden.
U
kunt
deze
stoffen
dus
zomaar
zelf
kopen
en
zonder
goed
advies
aan
uw
hond
toedienen.
Het
zal
duidelijk
zijn
dat
dit
voor
collie-achtigen
een
heel
gevaarlijke
onderneming
kan
zijn!
Dus
wat
altijd
geldt,
geldt
nu zeker: nooit medicijnen geven aan uw dier zonder een goed advies van uw dierenarts!
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster
© Pride Webdesign 2016
Het het Multi-Drug Resistance Gen1
Nieuwe ontwikkelingen rond de vererving van het MDR1-gen defect, wat voor eventuele gevolgen kan dit hebben in de fokkerij?
Om het geheugen op te frissen.
Het MDR1 gen zorgt er voor dat het hersenweefsel en het centrale zenuwstelsel van de hond beschermd wordt tegen de
opname van hoge concentraties giftige stoffen zoals bijvoorbeeld van bepaalde geneesmiddelen en/of wormenkuren die in de
bloedbaan terecht komen. De functie van het MDR1 Gen is het vormen van een barrière tussen de bloedbanen en het
hersenweefsel en centrale zenuwstelsel. Dit gebeurt door middel van het coderen van het P-glycoproteïne, een stof dat een
onderdeel is van deze barrière en er voor zorgt dat de giftige stoffen terug gevoerd worden in het bloed en niet in het
hersenweefsel terecht kan komen.
Zoals we inmiddels weten wordt het probleem veroorzaakt door een defect in het DNA op een bepaald gen. Het gen draagt de
naam van de taak die hij in het DNA heeft; het Multi-Drug Resistance Gen1 of wel MDR1-gen. Wanneer dit gen defect is, is de
barrière stuk/afwezig, omdat de stof waaruit de barrière bestaat (P-glycoproteïne) niet wordt aangemaakt. Omdat het een fout
in het DNA betreft, is het een erfelijke aandoening die de pup meekrijgt van zijn ouders. De hond krijgt 2 gezonde genen
(allelen) mee, 1 van zijn vader en 1 van zijn moeder. Krijgt de pup slechts 1 gezond gen mee van één van zijn ouders en een
defect van de ander, dan noemen we de pup een drager van het defect. Krijgt de pup van beide ouders het defecte gen dan is
hij lijder. Een drager is nog steeds in staat om het stof P-glycoproteïne aan te maken, al is het in mindere mate, waardoor ook
hij een lichtere mate van overgevoeligheid kan tonen.
Een nieuw licht op de vererving van het Multi-Drug Resistance Gen1 (MDR1).
Tot voor kort zijn we er altijd van uit gegaan dat het defect zijn van dit gen een erfelijke aandoening is dat autosomaal recessief
vererft. Niet zo erg moeilijk dus, sluit de lijders uit en gebruik alleen een drager (MDR1 +/-) x een vrije hond (MDR1 +/+) en zo
zorg je er voor dat er geen honden ziek kunnen worden of in ieder geval niet zo heel erg ziek. Een geruststellende gedachte die
door de jaren heen toch niet helemaal correct bleek. Immers werden er wel pups/honden ernstig ziek na een wormenkuur of
medicijn gebruik. Honden/pups die na testen drager bleken te zijn, geboren uit een drager x vrije ouder.
Autosomaal recessief
Autosomaal betekent niet geslachtsgebonden, dus de afwijking komt voor bij reuen en teven in dezelfde mate. Een recessief
gen is in principe niet sterk genoeg om alleen een ander gezond gen te overschaduwen. In dat geval hebben beide ouderdieren
dus 1 afwijkend gen nodig (drager) om een lijder te verkrijgen. Dat betekent dat nakomelingen van een drager x vrije hond
niet ziek kunnen worden of lijders kunnen voortbrengen.
In een artikel van 2005 zegt ir. Ed. J. Gubbels het volgende: Recent bleek dat het gezonde allel (MDR1 +) niet volledig
dominant is over het defecte allel (mdr1 - ). Dragers (heterozygote dieren, MDR1 +/-) kunnen bij hoge doseringen
van de “gevaarlijke” geneesmiddelen toch in problemen komen.
Met andere woorden: het afwijkende gen is in bepaalde gevallen dus wel sterk genoeg om in zijn eentje een gezond gen te
overschaduwen en de hond ziek te maken. Kunnen we dan nog wel spreken van een recessief gen?
Genoscoper
Genoscoper is een gerenommeerd laboratorium in Finland, gespecialiseerd in Canine Genetics en DNA testen. Onlangs
ontvingen we een bericht dat naar zeggen afkomstig is van Genoscoper.
Kort samengevat:
De vererving van het MDR1 gen is NIET RECESSIEF maar Autosomaal dominant. Ook de term “drager” is niet van
toepassing bij het MDR1 gendefect gezien beiden in principe lijders zijn en we dus niet spreken van dragers en/of
lijders, maar over lijders van 1 kopie (+/-) en lijders van 2 kopieën (-/-).
Naar aanleiding van dit bericht besloot ik bij Genoscoper navraag te doen en ontving ik de volgende informatie:
This mutation is inherited in a DOMINANT fashion, it is known that also just one copy of Mdr1 mutation represents clinical
relevance though dogs homozygous to the mutation (with two copies of the mutation) will exhibit more severe clinical signs of
adverse reaction because they lack any functional P-glycoprotein pumps.
But the condition can be very severe in dogs that have only one copy of the mutation.
The prevalence of Mdr1 mutation in White Swiss Shepherd is currently 18% according to the dogs tested with us.
Beiden zijn dus lijder. Zou dit bericht betekenen dat dragers lijders kunnen geven? Nee, genetisch gezien niet. Nog altijd
moeten beide ouders “drager” zijn om een genetische lijder te geven. Maar… kunnen we dan nog wel spreken van drager en
lijder? Of moeten we inderdaad spreken over lijders van 1 kopie (+/-) en lijders van 2 kopieën (-/-)? Moeten we dan misschien
ons fokbeleid op dit gebied aanpassen?
Autosomaal dominant (niet geslachtsgebonden) = Het defect of de ziekte komt in elke generatie voor en even vaak bij reuen
dan bij teven. Elk dier met het defect heeft minimaal één ouder met het defect. Dit betekent, dat een dier vrij kan zijn (twee
normale kopieën van het betreffende gen), een lijder met een normale en een afwijkende kopie kan zijn, of een lijder met twee
afwijkende kopieën kan zijn.
Penetrantie = een statistisch begrip dat weergeeft hoe vaak het afwijkend fenotype wordt vastgesteld bij individuen met het
afwijkend genotype. Voorbeeld: Penetrantie 80% wil zeggen dat bij alle personen met een afwijkend genotype, 80% ook een
afwijkend fenotype hebben. (Wikipedia)
Een intensieve zoektocht op het Internet leverde niet veel nieuwe uitleg of feiten op, de meeste sites houden het gezien bij een
autosomaal recessieve vererving zonder verdere uitleg, hoewel de meeste wel melding maken dat ook “dragers” ziek kunnen
worden.
In ons ras de Zwitserse Witte Herder hebben we kunnen constateren dat er pups/honden ziek zijn geworden (in sommige
gevallen ernstig ziek) na gebruik van wormenkuur en/of medicijnen. Dragers zullen niet snel overlijden aan een normale dosis
van de kwalijke medicijnen, maar wel kunnen ze neurotoxische verschijnselen krijgen, zoals overmatig speekselen, braken
en/of epileptische aanvallen. Lijders zullen in de eerste instantie dezelfde verschijnselen krijgen maar krijgen daarnaast
spijsverterings- en ademhalingsstoornissen, kunnen in coma raken en uiteindelijk overlijden.
Om duidelijkheid te verkrijgen besloot ik de hulp in te roepen van Ir. Ed J. Gubbels (geneticus en een specialist op het gebied
van fokkerij) om antwoorden te vinden op onze vragen en dit artikel te kunnen schrijven.
Autosomaal dominant met een onvolledige penetrantie ofwel “onvolledig dominant”
Ir. Ed. J. Gubbels:
In theorie zou zich het Mdr1-gen bij sommige rassen kunnen gedragen als een recessief gen, dragers laten geen enkel effect
zien. Bij andere rassen zouden de dragers de negatieve effecten in een mildere vorm kunnen vertonen. Dat laatste is
aangetoond en daarmee moet je de afwijking classificeren als ‘dominant met onvolledige penetrantie’ ofwel ‘onvolledig
dominant’.
Nu is het zo, dat de expressie van erfelijke defecten, eigenlijk van alle allelen (gen varianten), afhankelijk is van het totale
genetische milieu waarin het allel voorkomt. Daar zijn vele voorbeelden van, het meest duidelijk is dat bij primaire epilepsie. Bij
sommige rassen zien we de lijders vanaf zes maanden en hebben we ze allemaal gevonden bij 24 maanden, bij andere rassen
beginnen ze pas bij 18 maanden en hebben we alle lijders in beeld bij 30 maanden. De genetische opmaak van het ras heeft
invloed op de expressie van het defecte allel.
Slechts indien er in een ras nooit een drager gevonden is die de ziekteverschijnselen liet zien, dan is de penetrantie in dat ras
gewoon 0 procent. Dat is de meest vergaande vorm van onvolledigheid die je kunt hebben. Je zou dan, maar wel uitsluitend
voor dat ras, de afwijking recessief mogen noemen. Maar dat is theorie.
Conclusie
Daarmee is op het MDR1 gendefect “autosomaal recessief” dus niet van toepassing, in ieder geval niet in ons ras, maar moeten
we spreken van Autosomaal dominant met een onvolledige penetrantie ofwel “onvolledig dominant”.
Kunnen we dan nog spreken van dragers en lijders? Op de formulieren met de testuitslagen worden de termen Vrij, Drager en
Lijder gebruikt. Maar we moeten ons er wel van bewust zijn dat de term Drager gezien moet worden als Lijder van 1 kopie
(MDR1 +/- ). Dat voor alle duidelijkheid.
De vraag is of deze wetenschap invloed zal hebben op het fokbeleid. Hoogstwaarschijnlijk zal de enige verandering zijn dat we
ons er nog beter van bewust moeten zijn dat dragers verschijnselen kunnen vertonen en zelfs ernstig ziek kunnen worden. Zich
bewust zijn van de risico’s maakt dat fokkers betere keuzes kunnen maken ten aanzien van het gebruik van een MDR1 +/-
combinatie en eventueel terughoudend te zijn in het gebruik van een lijder van 1 kopie als er een andere mogelijkheid zich voor
doet.
We kunnen niet voorspellen of een lijder van 1 kopie ziek zal worden of niet (in milde vorm of ernstiger) dus moeten nieuwe
eigenaren van pups komende uit een +/- combinatie op de hoogte gesteld worden dat de pup mogelijk “drager” is. Een goede
voorlichting over de eventuele gevolgen bij verkeerd medicijngebruik is daarbij onontbeerlijk. Eigenaren moeten in dat geval de
dierenarts in lichten zodat er gelet kan worden op eventueel gebruik van “kwalijke” medicijnen en/of wormenkuur. Ook valt het
aan te bevelen alle pups uit deze nesten te testen.
Een andere mogelijkheid is om pups geboren uit een MDR1 +/- combinatie al in het nest te laten testen. Dit zou een goede
optie zijn vooral als een pup uit een +/- combinatie voor de fokkerij is voorbestemd. Uiteraard vermindert dat een nestkeuze,
maar op die manier kan het aantal MDR1 dragers wel drastisch omlaag gebracht worden.
Gebruikte literatuur:
Overgevoeligheid voor geneesmiddelen bij Collie-achtigen. Ir. Ed.J.Gubbels, instituut Genetic Counselling Services, december
2005.
Bijwerkingen van geneesmiddelen bij Collies en aanverwante rassen. Tijdschrift voor Diergeneeskunde, 2006, aflevering 131-
10, pag. 365-367. Ed J. Gubbels en Peter Prins, maart 2006
My Dog DNA: PHARMACOGENETICS MULTIDRUG RESISTANCE 1 (MDR1 GENE MUTATION) (1/2) Multidrug resistance 1 (MDR1
gene mutation)
My Dog DNA: Clinical perspective MDR1 mutation 31/05/2016 blog Claudia Ottka, veterinarian.
Journal Articles: Journal: Clinician's Brief. Issue: May 2016
Author: Katrina L. Mealey (Veterinary Clinical Pharmacology Laboratory, Washington State University) Article: MDR1 Gene
Mutations & Drug Therapy
Journal: Plumb's Therapeutics Brief. Issue: March 2016. Author: Katrina L. Mealey (Veterinary Clinical Pharmacology Laboratory,
Washington State University). Article: How Should I Treat Dogs & Cats with MDR1 Mutation
Journal: Journal of Veterinary Internal Medicine. Issue: 2016. Author: Katrina L. Mealey (Veterinary Clinical Pharmacology
Laboratory, Washington State University). Article: The Effect of the Canine ABCB1-1Δ Mutation on Sedation after Intravenous
Administration of Acepromazine
Met dank aan Ir. Ed. J. Gubbels