WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE
Heupdysplasie
Highlights
Ziekte en Gezondheid
Inleiding
De
meest
voorkomende
erfelijke
aandoening
bij
de
middelgrote
en
grote
hond
is
heupdysplasie.
Ook
de
Zwitserse
Witte
Herder
valt
onder
deze
categorie.
In
de
jaren
‘80
van
de
vorige
eeuw
was
het
aantal
honden
met
slechte
heupen
groot.
Er
werd
weinig
getest
op
deze
aandoening,
men
wist
niet
beter.
Sindsdien
is
er
veel
veranderd;
in
het
begin
van
de
jaren
‘90
begon
men
op
een
serieuze
manier
de
honden
te
testen
op
afwijkingen
van
de
heupen
en
ook
begon
men
honden
met
erg
slechte
heupen
uit
te
sluiten
van
de
fokkerij.
Nu
25
jaar
later,
heeft
deze
selectie
er
mede
toe
geleid
dat
de
heupen
van
ons
ras
aanzienlijk
zijn
verbeterd
en
HD
langzaam
maar
zeker
wordt
teruggedrongen
tot
een
aanvaardbaar
niveau.
Steeds
meer
honden
krijgen
een
goede
uitslag
tegenwoordig,
maar
het
blijft
noodzaak
om
de
ingeslagen
weg
te
blijven
volgen
voor
nog
betere
resultaten
in
de
toekomst.
Daarnaast
is
een
goede
voorlichting
naar
de
nieuwe
pup-eigenaren
toe
erg
belangrijk,
dit
om
er
voor
te
zorgen
dat
de
milieu
‘omstandigheden
-
voeding
en
beweging
- van de pup optimaal zijn en de pup zo gezond mogelijk kan opgroeien..
Een
pup
moet
dus
een
erfelijke
aanleg
hebben
om
HD
te
kunnen
ontwikkelen,
maar
de
omgevingsinvloeden
zijn
van
groot belang voor de mate waarin de jonge hond HD zal ontwikkelen.
Het ontstaan van heupdysplasie
Iedere
pup
wordt
met
normale
heupen
geboren
en
ontwikkelt
de
aandoening
zich
tijdens
de
groei.
Het
heupgewricht
is
een
kogelgewricht;
de
heup
bestaat
uit
de
kop
(Caput
femoris)
van
het
dijbeen
die
kan
draaien
in
de
heupkom
(acetabulum),
de
gewrichtsbanden,
het
gewrichtskapsel
en
de
omliggende
spieren.
Het
heupgewricht
vormt
de
verbinding
tussen
de
achterbenen
en
het
bekken.
Bij
normale
gezonde
heupen
zit
de
kop
stevig
vast
in
de
voldoende
diepe
heupkom.
Beide
delen
zijn
bekleed
met
wit
en
glad
kraakbeen.
Om
het
kraakbeen
van
beide
delen
goed
om
elkaar
heen
te
laten
glijden
zijn
de
oppervlakken
bedekt
met
een
kleine
hoeveelheid
gewrichtsvocht.
Deze
vloeistof
dient
als
smeermiddel
en
als
voedingsbron
voor
het
gewricht.
De
kop
en
de
kom
worden
stevig
op
hun
plaats
gehouden
door
het
gewrichtskapsel,
de
gewrichtsbanden
en
door
de
spieren
van
de
achterhand.
Bij
een
hond
met
aanleg
voor
HD
is
er
sprake
van
te
veel
speling
in
het
gewricht,
waarbij
het
gewrichtskapsel
en
de
omliggende
banden
onvoldoende
stevigheid
en
steun
geven.
Door
deze
speling
krijgt
de
opgroeiende
hond
geleidelijk
aan
een
afwijkende
groei
en
vorming
van
het
heupgewricht.
Een
afgevlakte
kop
en
een
ondiepe
kom
zijn
daarvan
het
gevolg.
Dit
veroorzaakt
opnieuw
meer
speling
aangezien
de
kop
en
de
kom
steeds
slechter
in
elkaar
gaan
passen
en
heeft
een
overmatige
slijtage (artrose) van het gewricht tot gevolg.
Beweging
Men
is
er
steeds
meer
van
overtuigd
dat
de
mate
van
erfelijkheid
minder
is
dan
in
eerste
instantie
is
gedacht
en
de
omgevingsinvloeden
veel
zwaarder
wegen
dan
aanvankelijk wordt aangenomen.
Onder omgevingsinvloeden verstaan we:
1:
Voeding:
verkeerde
voeding,
dat
wil
zeggen
het
percentage calcium/energie per gram voer, te dikke honden.
2:
Beweging:
Ruw
spel
of
te
veel
spelen
met
andere
honden,
het
gooien
met
ballen
of
stokken
waardoor
de
jonge
hond
gaat
afremmen
en
vreemde
draaien
en
sprongen
maakt.
Te
lange
wandelingen
voor
de
leeftijd
van
de pup.
Bij
de
jonge
hond
vindt
80%
van
de
skeletontwikkeling
plaats
inde
eerste
zes
maanden.
De
eerste
twee
levensmaanden
van
de
pup
zijn
bijzonder
belangrijk
voor
de
ontwikkeling
van
het
gewrichtskapsel
en
de
banden
die
nodig
zijn
voor
de
ondersteuning
van
het
gewricht.
Om
in
de
eerste
zes
maanden
de
ontwikkeling
van
HD
tot
een
minimum
te
beperken
is
het
van
groot
belang
om
overbelasting van de banden en het kapsel te voorkomen.
Hiervoor
is
een
correcte
beweging
noodzakelijk.
Onder
correcte
beweging
verstaan
we
zoveel
mogelijk
rechtlijnige
bewegingen.
Geen
overdadig
ruw
spel
met
volwassen
honden
en/of
leeftijdsgenootjes.
Balletjes
en
stokken
gooien
waar
de
jonge
hond
achteraan
rent,
afremt
en
rare
draaien
gaat
maken
zijn
funest
voor
de
ontwikkeling
van
de
heupgewrichten.
Met
rustig
wandelen
en
de
duur
van
de
wandeling
geleidelijk
aan
opvoeren
(ongeveer
5
minuten
per
maand leeftijd) behaalt men de beste resultaten. Moe is goed, oververmoeid beslist niet.
Sommige
mensen
denken
dat
de
spieren
van
de
achterhand
van
de
pup
getraind
moeten
worden.
Natuurlijk
is
een
goede
bespiering
noodzakelijk,
maar
start
deze
training
niet
voordat
de
pup
8
á
9
maanden
is
en
dan
niet
langer
dan
vijf
minuten
per
keer.
Vanaf
negen
maanden
mag
de
jonge
hond
naast
de
fiets
meelopen.
Ook
dit
moet
rustig
opgebouwd worden. Dit ook weer om overbelasting van het heupgewricht van de zeer jonge hond te voorkomen.
Voeding
Naast
beweging
speelt
ook
voeding
een
duidelijke
rol
bij
de
ontwikkeling
van
de
heupen.
Uit
onderzoek
is
gebleken
dat
het
optreden
en
de
ernst
van
HD
kan
worden
verminderd
door
de
groeisnelheid
van
de
pup
te
beperken.
Dit
kan
door
er
voor
te
zorgen
dat
de
voedselopname
voor
een
gezonde
groei
wordt
beperkt
tot
het
noodzakelijke.
Hoogwaardig,
commercieel
hondenvoer,
zonder
eigen
toevoegingen
van
kalk
of
vitaminen
is
daarvoor
het
meest
geschikt
(dit
kan
bestaan
uit
hoogwaardige
brokken
voor
grote
rassen
of
KVV
voor
de
honden
die
op
vers
vlees
staan).
Het
lijkt
erop
dat
het
verstrekken
van
teveel
kalk
en
vitaminen
een
ongunstige
invloed
heeft
op
het
ziekteproces
(
zie
%
Calcium/energie
per
gram
voer)
en
meer
ook
kans
geeft
op
andere
orthopedische
problemen.
Het
is
inmiddels
bewezen
dat
zware
en
te
dikke
pups
meer
aanleg
hebben
voor
het
ontwikkelen
van
HD
dan
minder
zware
pups,
die
perfect op gewicht zijn; liever iets aan de schrale kant dan aan de dikke kant.
Het röntgenologisch onderzoek
Om
heupdysplasie
en
de
ernst
daarvan
te
kunnen
vaststellen
is
een
röntgenologisch
onderzoek
door
een
dierenarts
noodzakelijk.
De
hond
wordt
hiervoor
op
de
rug
gelegd
en
de
achterbenen
worden
parallel
aan
de
tafel
naar
achteren
getrokken,
waarbij
de
knieschijven
precies
midden
op
het
bovenbeen
worden
geprojecteerd.
Daarbij
kan
er
een
indruk
worden
gekregen
van
de
aansluiting
c.q.
speling
van
de
heupgewrichten.
Dit
gebeurt
door
middel
van
meten
en
het
daarna
berekenen
van
de
Norbergwaarde.
Om
de
Norbergwaarde
te
kunnen
berekenen,
wordt
van
de
beide
heupkoppen
het
middelpunt
bepaald.
Deze
middelpunten
worden
verbonden
door
een
lijn.
In
beide
heupgewrichten
wordt
vanuit
dit
middelpunt
een
lijn
langs
de
voorste
rand
van
de
heupkom
getrokken.
De
hoek
die
beide
lijnen
in
het
middelpunt
van
de
heupkop
met
elkaar
maken,
minus
90º,
geeft
de
Norbergwaarde
van
het
desbetreffende
heupgewricht.
De
Norbergwaarde
van
beide
gewrichten
bij
elkaar
opgeteld
geeft
de
‘som
Norbergwaarden’,
die
op
het
rapport van de hond wordt vermeld. Tevens wordt er gekeken naar eventuele botafwijkingen of beschadigingen.
HD uitslagen kunnen variëren van een negatieve uitslag (dus vrij van HD) tot zware HD:
HD A
HD B, een botafwijking, soms een mindere aansluiting
HD C, 2 botafwijkingen en/of een slechte aansluiting
HD D, slechte aansluiting, botwoekering en/of vervorming van het heupgewricht
HD E, ernstige botwoekering en vervorming van het heupgewricht
Goede heupen (HD A, NBG 40)
Dysplasie bij een jonge hond
Dysplasie bij een oudere hond
De
foto’s
worden
getest
en
de
uitslagen
daarvan
geregistreerd
door
de
Raad
van
Beheer
op
Kynologisch
Gebied.
Het
valt
aan
te
bevelen
om
honden
met
een
HD
C
uitslag
uit
te
sluiten
van
de
fokkerij.
Een
uitzondering
daarop
zou
eventueel
gemaakt
kunnen
worden
in
overleg
met
de
rasvereniging
indien
de
hond
een
verdere
bijzondere
bijdrage
kan
leveren
aan
het
welzijn
van
een
ras,
bv
door
zijn
speciale
en
vernieuwende
bloedlijn,
waarvan
geen
andere
honden
beschikbaar zijn voor de fokkerij.
De Pennhip methode
HD
ontstaat
doordat
er
een
speling
in
een
gewricht
zit.
Deze
speling
wordt
veroorzaakt
door
losheid
van
spieren
en
banden
of
door
de
gewrichtssamenstelling
en
dit
leidt
tot
arthrose
(het
beschadigen
of
afbrokkelen
van
het
botweefsel).
Arthrose
is
één
van
de
belangrijkste
gevolgen
van
heupdysplasie
en
is
met
de
huidige
methode
van
röntgenen
het
best
vast
te
stellen
op
een
leeftijd
van
ongeveer
twee
jaar.
In
1983
begint
Dr.
Gail
Smith
een
onderzoek
naar
een
methode
waarmee
beter
en
op
jongere
leeftijd
de
oorzaken
voor
het
ontstaan
van
HD
kunnen
worden
vastgesteld.
In
Amerika
is
men
nu
al
geruime
tijd
bezig
om
aan
de
hand
van
deze
nieuwe
methode,
de
Pennhip
methode,
heupdysplasie
vast
te
stellen
bij
honden
vanaf
vier
maanden
oud.
De
Nederlandse
dierenarts
Maarten
Kappen
heeft
in
de
USA
cursussen
over
deze
methode
gevolgd.
Hij
is
de
eerste
gecertificeerde
dierenarts
in
Nederland
die
de
Pinnhip
methode
in
de
praktijk
gebruikt.
Extended
Compressed
Distraction
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster
© Pride Webdesign 2016
Tekst Ruut Tisltra