FEDERATION CYNOLOGIQUE INTERNATIONALE (AISBL)
SECRETARIAT GENERAL: 13, Place Albert 1er B – 6530 Thuin (Belgique)
12.08.2011/NL Standaard FCI No. 347
12.08.2011/EN
FCI-Standaard N° 347
ZWITSERSE WITTE HERDER
(Berger Blanc Suisse)
Vertaling
: Mrs R. Binder / Original Version : (FR).
This illustration does not necessarily show the ideal example of the breed. ©NKU Picture Library.
LAND VAN ORIGINE:
Zwitserland
Publicatie datum van de huidig geldende standaard:
04-07-2011
GEBRUIK:
gezelschap en familie hond
FCI-KWALIFICATIE:
Groep
1 Herdershonden
en
Veedrijvers
(uitgezonderd
Zwitserse
Sennenhonden)
Sectie
1
Herdershonden
zonder
Werkhondenproef
KORTE HISTORISCHE SAMENVATTING:
In
de
Verenigde
Staten
van
Amerika
en
Canada
werden
witte
herders
langzamerhand
geaccepteerd
als
een
apart
ras.
De
eerste
exemplaren
van
dit
ras
werden
begin
jaren
70
geïmporteerd
in
Zwitserland.
De
Amerikaanse
reu
“Lobo”
werd
op
5
Maart
1966
geboren
en
deze
reu
mag
beschouwd
worden
als
de
stamvader
van
het
ras
in
Zwitserland.
De
afstammelingen
van
deze
reu,
die
geregistreerd
werden
in
het
Zwitsers
Honden
Stam
Boek
(LOS)
en
andere,
vanuit
de
USA
en
Canada
geïmporteerde
honden,
vermengden
zich
langzamerhand.
Op
dat
moment
is
er
een
groot
bestand
aan
zuiver
gefokte
exemplaren,
verdeeld
over
verscheidene
generaties
Witte
herders
in
geheel
Europa.
Deze
honden
zijn
sinds
Juni
1991
geregistreerd
in
de
bijlagen
van
het
Zwitsers
Honden
Stam
Boek
(LOS)
als
een nieuw ras.
ALGEMENE VERSCHIJNING:
Een
krachtige,
goed
gespierde,
middelgrote,
stokharige
of
langstokharige
Witte
Herdershond
met
staande
oren;
een
dubbele
vacht;
gestrekt van verschijning; met middelkrachtig beendergestel en een elegante, harmonieuze belijning.
BELANGRIJKE VERHOUDINGEN:
Licht gestrekte verschijning: lichaamslengte (van het punt van de schouder tot het zitbeen) in verhouding tot schofthoogte = 12 : 10.
De afstand van de stop naar de neustip is groter dan de afstand van de stop naar de jachtknobbel.
GEDRAG / TEMPERAMENT:
Levendig
en
evenwichtig
temperament,
houdt
van
actie,
is
oplettend
met
een
goede
aanleg
om
getraind
te
kunnen
worden.
Vriendelijk
en iets behoedzaam/bescheiden.
Een
groot
sociaal
aanpassingsvermogen
en
sterk
aanhankelijk
aan
zijn
baas.
Nooit
bang
of
agressief
zonder
bedreiging
of
uitdaging.
Een
vreugdevolle
en
gemakkelijk
te
leiden
werk-
en
sport
hond
met
een
allround
aanleg
op
allerlei
gebied.
Door
de
hoge
mate
van
sociaal
aanpassingsvermogen is de Zwitserse Witte Herder in staat te integreren in allerlei soorten van sociale gebeurtenissen en situaties.
HOOFD:
BOVEN
AANZICHT:
Sterk,
droog,
adellijk
gevormd,
in
goede
verhouding
tot
het
lichaam.
Wigvormig
van
boven
en
van
opzij
gezien,
naar de neus toe smaller verlopend. Bovenbelijning van schedel en voorsnuit zijn parallel.
SCHEDEL:
Slechts licht gewelfd, met aanwezige middengroef. STOP: Licht aanwezig, maar wel duidelijk zichtbaar.
VOORAANZCHT:
Neus:
Middelgroot,
zwart
pigment
gewenst;
een
wisselneus
en/of
lichter
gekleurde
neus
is
toegestaan.
Voorsnuit:
Krachtig
en
in
verhouding iets langer dan de schedel; de neusrug- en onderkaakbelijning recht, naar de neus toe iets smaller verlopend.
Lippen:
Droog, strak gesloten, zo zwart mogelijk.
Kaken/tanden: Krachtig en volledig schaargebit, waarbij de tanden loodrecht in de kaak moeten staan.
Ogen:
Middelgroot,
amandelvormig,
iets
schuin
geplaatst;
de
kleur
bruin
tot
donkerbruin;
de
oogleden
goedgesloten,
waarbij
het
wenselijk is dat de oogranden zwart zijn.
Oren:
Staande
grote
oren,
hoog
aangezet,
evenwijdig
en
voorwaarts
gericht;
in
de
vorm
van
een
langgerekte,
van
boven
licht
afgeronde driehoek.
HALS:
Middellang
en
goed
gespierd,
harmonieus
aangezet
aan
het
lichaam,
zonder
keelhuid;
de
elegant
gewelfde
neklijn
loopt
zonder
onderbreking van het licht hoog gedragen hoofd tot aan de schoft.
LICHAAM:
Bovenbelijning:
Krachtig, goed gespierd, middellang.
Schoft:
Duidelijk aanwezig.
Rug:
Horizontaal, strak.
Lendenen:
Sterk gespierd.
Croupe:
Lang en van gemiddelde breedte; geleidelijk aflopend vanaf het kruisbeen tot aan de staartaanzet.
Borst:
Niet
te
breed,
diep
(ongeveer
50%
van
de
schofthoogte);
reikend
tot
aan
de
ellebogen;
ovale
en
ver
naar
achteren
reikende
borstkast. Duidelijk aanwezige voorborst.
Onderbelijning en buik:
Slanke, strakke flanken; de buiklijn loopt licht op.
STAART:
Rondom
vol
behaarde
sabelstaart,
die
naar
de
punt
toe
smaller
wordt;
behoorlijk
laag
aangezet
en
tenminste
reikend
tot
aan
het
spronggewricht;
in
rust
recht
naar
beneden
hangend
of
het
onderste
één
derde
deel
licht
opgebogen;
in
beweging
mag
de
staart
hoger worden gedragen, maar nooit boven de ruglijn.
LEDEMATEN:
VOORHAND:
Algemeen:
Pezig, middelkrachtig beendergestel. Van voren gezien recht; slechts licht brede stand; van opzij gezien goed gehoekt.
Schouder:
Lang en goed schuin gesteld schouderblad, goed gehoekt; de gehele schouderpartij is sterk gespierd.
Opperarm:
Voldoende lang, sterke gespierd.
Ellebogen:
Goed aansluitend. Onderarm: Lang, recht, pezig.
Middenvoorvoet:
Stevig, vast en iets schuin geplaatst.
Voorvoet:
Ovaal,
met
dicht
tegen
elkaar
aanliggende,
goed
gewelfde
tenen;
stevige,
veerkrachtige
zwarte
voetzolen;
donkere
nagels
zijn gewenst.
ACHTERHAND:
Algemeen:
Pezig,
middelkrachtig
beendergestel.
Van
achteren
gezien
recht
en
evenwijdig;
niet
te
wijd
staand;
van
de
zijkant
gezien
goed gehoekt.
Dijbeen:
Middellang, sterk gespierd.
Knie:
Passend gehoekt.
Onderschenkel:
Middellang, schuin gesteld, met stevige botten en goede gespierd. Spronggewricht: Krachtig en goed gehoekt.
Middenachtervoet:
Middellang, recht, pezig.
Achtervoet:
Ovaal,
de
achtervoet
is
iets
langer
dan
de
voorvoet;
dicht
tegen
elkaar
aanliggende,
goed
gewelfde
tenen;
stevige,
veerkrachtige zwarte voetzolen; donkere nagels zijn gewenst.
GANGEN
/
BEWEGING:
Gelijkmatige
ritmische
bewegingsafwikkeling,
vlot
en
volhardend
met
ruim
uit
grijpende
voortred
en
krachtige
afzet achter; de draf is ruim uitgrijpend en lichtvoetig.
HUID:
Zonder rimpelvorming en donker gepigmenteerd.
VACHT:
Stockhaar
Beharing:
Stockhaar
(middellange
lengte):
Dichte,
goed
aanliggende
stokharige
vacht;
overvloedige
ondervacht
bedekt
met
hard,
stevig,
recht
stekelhaar; snuit, aangezicht, oren en de voorkant van de poten zijn bedekt
met korter haar; de nek en de achterkant van de poten zijn iets langer behaard. Licht golvend, hard haar is toegestaan.
Langstockhaar
Langstockhaar
(lange
lengte):
Dichte,
goed
aanliggende
stokharige
vacht,
overvloedige
ondervacht
bedekt
met
hard,
stevig,
recht
stekelhaar;
snuit,
aangezicht,
oren
en
de
voorkant
van
de
poten
zijn
bedekt
met
korter
haar;
in
de
nek
heeft
de
lange
vacht
duidelijke
manen,
de
achterkant
van
de
poten
en
de
haren
van
de
staart
zijn
rijkelijk
bevederd.
De
vachtlengte
mag
nooit
overdreven
zijn.
Licht
golvend, hard haar is toegestaan.
Kleur: Wit.
MAAT EN GEWICHT:
Schofthoogte: Reuen: 58 - 66 centimeter.
Teven: 53 - 61 centimeter. Gewicht: Reuen: ca. 30 - 40 kilogram. Teven: ca. 25 - 35 kilogram.
Rastypische, in goede verhouding opgebouwde honden, die iets onder of boven de maat zijn, moeten niet gediskwalificeerd worden.
FOUTEN:
Elke afwijking van eerder genoemde punten moet als een fout worden gezien.
De
ernst
waarmee
betreffende
fout
moet
worden
beoordeeld,
moet
in
exacte
verhouding
staan
tot
de
aard
en
het
effect
op
de
gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
Lichte zweem van wildkleur (licht gele zweem of lichtbruine schaduw) aan de oorpunten, over de rug en het bovenste gedeelte van
de staart.
Vlekkerige pigmentverlies op neus, aan lippen en/of oogranden.
Wolfsklauwen. Uitgezonderd in die landen, waar verwijdering bij de wet is verboden.
ZWARE FOUTEN:
Plompe verschijning, te kort lichaam (vierkante bouw).
Afwezigheid van geslachtstype.
Het missen van meer dan 2 premolaren PM1; de M3 wordt buiten beschouwing gelaten.
Hangoren, tiporen, knikoren.
Zeer overdreven aflopende ruglijn.
Ringstaart, knikstaart, haakstaart, staart die boven de ruglijn wordt gedragen.
Zacht, zijdeachtig dekhaar; wollig, gekruld, niet tegen het lichaam aanliggend haar; uitgesproken langhaar zonder ondervacht.
Duidelijke wildkleur (duidelijke gele of bruinrode verkleuring) aan de oorpunten, over de rug en het bovenste gedeelte van de staart.
DISKWALIFICERENDE FOUTEN:
Agressieve of overmatig schuwe honden.
Elke hond, die duidelijk aantoonbare lichamelijke abnormaliteiten of gedragsstoornissen vertoont moet gediskwalificeerd worden.
Angst, grote schrikachtigheid, angst in combinatie met agressie, onnodige agressie, lethargisch gedrag.
Eén of beide ogen blauw van kleur, uitpuilende ogen.
Entropion, extropion.
Ondervoorbeet of bovenvoorbeet, kruisgebit.
Volledig pigmentverlies van de neus, lippen en/of oogranden.
Volledig pigmentverlies van de huid en de voetzolen.
Albinisme.
N.B.:
Mannelijke dieren moeten twee normaal ontwikkelde testikels te hebben, die volledig zijn ingedaald in het scrotum.
FCI Rasstandaard
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster
© Pride Webdesign 2016
WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE