Fokken met honden: deel 1 - 2 - 3 - 4
Dekking & dracht
Van loopsheid tot geboorte
De loopsheid
De
eerste
loopsheid
van
een
teef
vindt
plaats
ergens
tussen
de
7
en
15
maanden.
Dit
verschilt
aanzienlijk
per
teef
en
is
niet
te
voorspellen.
Vaak
wachten
teven
uit
een
zelfde
kennel
op
elkaar
en
zal
de
ene
teef
eerder
en
de
andere
teef
wat
later
loops
worden.
Ook
de
tussen-loopse
periodes
kunnen
variëren
van
4
tot
zelfs
9
maanden. Dit heeft niets met de vruchtbaarheid van de teef te maken.
Een normale loopsheid
De
periode
van
de
loopsheid
kan
in
drie
verschillende
fasen
verdeeld
worden.
Als
eerste
begint
de
loopsheid
met
de
pro-oestrus,
dat
wil
zeggen
dat
er
een
rode
uitvloeiing
start,
die
over
het
algemeen
begint
met
enkele
druppels
en
geleidelijk
aan
heftiger
wordt.
De
uitvloeiing
is
zeer
donkerrood
tot
bijna
zwart
gekleurd
en
neemt
langzaam
af
in
intensiteit
tot
de
kleur
zeer
licht
roze
is.
De
vulva
van
de
teef
begint
langzaam
te
zwellen,
met
als
hoogtepunt
de
dag
dat
de
teef
dekrijp
is,
waarna
de
zwelling
afneemt.
Deze
fase
is
per
teef
verschillend
maar
kan
geschat
worden
tussen
dag
zeven
tot
dag
zeventien
en
in
een
enkel
geval
zelfs
meer.
Tijdens
deze
periode
komt
een
aantal
eicellen
tot
rijping
onder
invloed
van
het
F.S.H.
(Follikel
Stimulerend
Hormoon).
Het
lichaam
gaat
het
follikel
hormoon
produceren
-
beter
bekend
als
oestrogeen
–
waardoor
er
een
verandering
ontstaat
van
de
baarmoederwand.
De
baarmoederwand,
de
vagina
en
de
vulva
verdikken
zich
en
door
het
barsten
van
de
tere
bloedvaatjes
in
de
baarmoeder-
en
vaginawand
ontstaat
de
rode
afscheiding.
Aan
het
einde
van
de
pro-oestrus
begint
de
teef
aantrekkelijk
te
worden
voor
reuen,
maar
zal
een
dekking
nog
niet
toelaten.
Na
deze
fase
komt
de
teef
in
de
tweede
periode
van
de
loopsheid,
de
oestrus.
De
follikels zijn gerijpt en opengebarsten; de ovulatie is begonnen. De levensduur van een eicel is ongeveer zes uur, maar niet alle eicellen zijn tegelijkertijd rijp.
Een gespleten loopsheid
Bij
een
normale
loopsheid
duurt
deze
gemiddeld
21
dagen
en
is
de
teef
ergens
tussen
dag
10
en
15
dekrijp.
Maar
ook
komt
het
voor
dat
een
teef
enkele
dagen
loops
is
en
dan
stopt
om
een
week,
of
soms
zelfs
2
weken,
later
de
loopsheid
weer
op
te
nemen.
Ook
komt
het
voor
dat
een
teef
een
veel
langere
loopsheids
duur
heeft
en
de
dekrijpheid
dus
ook
veel
later
in
deze
periode
plaats
vind.
Vaak
zal
de
teef
stijgen
in
het
progesteron
gehalte
en
gewillig
worden
rond
een
dag
of
12,
maar
dan
zakt
het
progesteron
gehalte
weer,
of
blijft
stilstaan,
waardoor
er
geen
eisprong
plaats
vind.
Dit
noemen
we
een
gespleten
loopsheid.
Als
de
fokker
dit
niet
in
de
gaten
heeft
zal
de
teef
gedekt
worden
rond
deze
12e
dag
en
leeg
blijven.
Zelfs
als
de
teef
een
week
later
weer
gewillig
wordt
zal
de
fokker
dat
over
het
hoofd
kunnen
zien
of
er
niet
bij
stil
staan.
Menige
teef
is
op
deze
manier
leeg
gebleven.
Het
is
aan
te
raden
om
het
progesterongehalte
te
laten
testen
en
bij
twijfel
opnieuw
een
test
te
laten
afnemen
op
het
moment
dat
de
teef
weer
gaat
staan.
Niet
alleen
om
de
teef
alsnog
opnieuw
te
laten
dekken,
maar
zeker
ook
om
ongewenste
dekkingen
te
weren.
Er
zijn
voldoende
dekkingen
bekend
met
prachtige
resultaten
op
dag
22,
23
en
zelfs
24,
geteld
vanaf
dag
1
van
de
loopsheid.
Zeker
als
u
ver
moet
rijden
voor
de
reu
valt
een
progesterontest
aan
te
bevelen.
Ook
is
het
verstandig
om
bij
het
teefje
op
dag
1
van
de
loopsheid
een
uitstrijkje
af
te
nemen
in
verband
met
een
eventuele
bacteriële
infectie
(E-coli)
in
de
baarmoeder.
De
teef
krijgt
dan
een
antibiotica
kuur
mee
(een
10
daags
kuurtje)
van
de
dierenarts dat gestopt wordt voordat de dekking plaats vind, ook als de kuur nog niet af gemaakt is.
Voorspel
Een geslaagde dekking
De dekking
Tijdens
de
hele
oestrus
periode
kunnen
de
eicellen
ovuleren
en
zal
de
teef
de
reu
toelaten.
Ook
deze
periode
verschilt
per
teef.
De
ene
teef
zal
de
reu
een
dag
of
drie
toelaten,
de
andere
houdt
het
binnen
een
dag
voor
gezien.
Dekkingen
door
verschillende
reuen
in
deze
periode
kunnen
pups
opleveren
van
verschillende
vaderdieren.
Tijdens
deze
periode
begint
het
lichaam
met
het
vormen
van
een
ander
hormoon,
progesteron.
Een
correct
tijdstip
voor
de
dekking
kan
verkregen
worden
door
bloedonderzoek
bij
de
teef.
De
dierenarts
zal
om
de
dag
een
klein
beetje
bloed
af
nemen
om
het
progesterongehalte
te
meten.
Dit
onderzoek
kan
erg
handig
zijn
als
de
teef
ver
weg
moet
voor
dekking
of
als
de
uiterlijke
(gedrags)kenmerken
slecht
te
zien
zijn.
Bij
teven
die
bij
een
eerdere
dekking
leeg
zijn
gebleven
(d.w.z.
niet
drachtig
zijn
geworden),
valt
deze
methode
aan
te
raden,
omdat
het
leeg
blijven
geregeld
te
maken
heeft
met
een
verkeerd
tijdstip
van
dekking.
Na
een
geslaagde
dekking
blijven
de
reu
en
teef
gekoppeld.
Ook
het
koppelen
is
van
de
ene
dekking
tot
de
andere
verschillend
van
duur
en
kan
variëren
van
een
paar
minuten
tot
zelfs
45
minuten
en
langer.
Ook
als
2
honden
niet
koppelen
na
een
dekking
kan
de
teef
bevrucht
zijn
en
een
normaal
nest
krijgen,
maar
een goede koppeling bied toch meer zekerheid.
Uiteindelijk
belandt
de
teef
in
de
laatste
fase
van
de
loopsheid,
de
met-oestrus.
Op
dit
moment
is
er
een
grote
concentratie
progesteron
in
het
lichaam
aanwezig.
Dit
hormoon
bevordert
een
eventuele
dracht:
de
uteruswand
wordt
voorbereid
op
de
implantatie
van
de
vrucht,
de
spierspanning
van
de
uterus
vermindert
en
in
samenwerking met prolactine zorgt het voor een beginnende ontwikkeling van de melkklieren.
Na
de
dekking
bewegen
de
bevruchte
eicellen
zich
in
de
richting
van
de
baarmoederwand
en
zullen
daar
vijf
tot
acht
dagen
later
aankomen,
om
zich
rond
de
17e
dag
vast
te
hechten.
De
baarmoeder
van
de
hond
bestaat
uit
twee
parallel
liggende
hoorns;
in
elk
van
de
beide
hoorns
zullen
de
eitjes
zich
hechten
en
gaan
de
pups
groeien.
De
eerste
vier
weken
van
de
dracht
verloopt
de
groei
van
de
foetus
zeer
langzaam
en
zijn
er
weinig
tot
geen
uiterlijke
veranderingen
bij
de
teef
merkbaar.
Sommige
teven
worden
aanhaliger;
anderen
zijn
wat
lusteloos.
In
een
enkel
geval
voelt
de
teef
zich
niet
lekker,
heeft
weinig
eetlust
en
kan
met
regelmaat
spugen.
Sommige
teven
gaan
er
wat
grillige
eetgewoonten
op
na
houden;
soms
willen
ze
niets,
een
andere
keer
blijven
ze
hongerig
snaaien
en
zelfs
voedsel
stelen
indien
mogelijk.
Deze
eetgewoonten
veranderen
over
het
algemeen
rond
de
zesde
week
van
de
dracht.
Het
spugen
is
voorbij
en
vanaf
dat
tijdstip
zal
ze
steeds
meer
voedsel
willen,
vaak
tot
een
derde
meer
dan
normaal.
Een
zekerheid
over
de
dracht
valt
echter pas te verkrijgen vanaf de 28e dag na de dekking door middel van een echoscopie.
De dracht
Rond
de
vierde
en
vijfde
week
beginnen
de
melkklieren
zich
zichtbaar
te
ontwikkelen.
De
tepels
worden
groter,
zachter
en
donkerder.
Tegen
de
zevende
week
worden
de
tepels
zo
groot,
dat
ze
uiteindelijk
zwaar
gaan
hangen.
Er
kan
wat
waterige
melk
uit
de
tepels
komen;
de
beharing
rondom
de
tepels
en
over
de
buik
valt
geheel
uit.
In
de
tepels
bevinden
zich
propjes
die
de
teef
beschermen
tegen
tepelontsteking.
Het
is
aan
te
bevelen
niet
in
de
tepels
te
knijpen
en
zo
deze
beschermende
propjes
eruit
te
drukken.
In
de
vijfde
week
van
de
dracht
heeft
de
embryo
1
%
van
het
geboortegewicht.
In
deze
periode
zijn
bij
tengere,
ontspannen
teven
de
embryo’s
die
als
koffiebonen
vlak
achter
de
ribben
liggen
voelbaar.
Deze
handeling
is
moeilijk
uit
te
voeren
bij
dikkere,
grote
teven.
Rond
deze tijd wordt ook een lichte uitzetting van het lichaam zichtbaar.
Week 5: een lichte uitzetting van het lichaam/ribben
Week 6: een klein buikje wordt zichtbaar
De
grootste
verandering
vindt
plaats
rond
de
42e
dag,
vooral
als
de
teef
veel
pups
draagt.
Door
de
enorme
uitzetting
van
de
beide
baarmoederhoornen
zullen
deze dubbelvouwen, waardoor de teef een drastische verandering ondergaat. Ze is nu duidelijk zichtbaar drachtig.
Tegen
de
50e
dag
wordt
het
been
gevormd.
Omstreeks
deze
tijd
kan
men
de
pups
zien
bewegen
als
de
teef
ontspannen
ligt.
De
teef
begint
zichzelf
in
acht
te
nemen;
het
stoeien
met
andere
honden
is
(meestal)
van
de
baan
en
ze
zal
minder
lichaamsbeweging
eisen.
Het
is
belangrijk
de
dagelijkse
wandelingen
korter
te
maken,
maar
er
wel
voor
te
zorgen
dat
de
hond
voldoende
beweging
blijft
houden.
De
totale
dracht
duurt
63
dagen,
maar
het
is
niet
ongewoon
dat
teven
al
vanaf
de
58e
dag,
of
pas
op
de
65e
dag
werpen.
Bij
een
draagtijd
onder
de
56-58
dagen
spreekt
men
van
een
vroeggeboorte
of
abortus.
De
pups
zijn
niet
levensvatbaar.
Is
de
draagtijd
langer
dan
67
dagen
dan
bestaat
het
gevaar
dat
de
pups
zo
groot
zijn
geworden
dat
de
teef
ze
niet
meer
kan
uitdrijven
en
een
keizersnee noodzakelijk wordt.
Zichtbaar drachtig - week 8
Links een stokhaar teef, nest van 9 pups. Rechts een langstokhaar teef, nest van 8 pups.
WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster
© Pride Webdesign 2016