WITTE HERDER BIBLIOTHEEK OF KIMBERLY’S PRIDE

Castratie versus gezondheid

Tekst Ruut Tisltra
Highlights

Ziekte en Gezondheid

CASTRATIE, LEEFTIJD EN GEZONDHEID Voor veel mensen is het castreren van de hond de normaalste zaak van de wereld, dat hoort toch zo, dus waarom niet? En daarbij, het is toch ook wel een stuk gemakkelijker. Maar hoe oud moet mijn jonge hond zijn voordat ik hem/haar kan laten helpen? Dat is de meest gestelde vraag van een (toekomstige) hondeneigenaar, vaak al bij de fokker in het nest. Maar helpen we de hond daar nu echt mee? Is castreren eigenlijk wel zo gezond als waar men bij voorbaat van uit gaat? Natuurlijk heeft castratie voordelen, maar er zijn beslist ook negatieve kanten die vaak over het hoofd gezien worden. Het uitgangspunt is dat de teef niet meer loops wordt dus geen geklungel met broekjes en een training of wandeling die niet door kan gaan en de reu loopt niet meer weg of zal geen gedragsproblemen gaan geven is daar vaak de achterliggende gedachte. Laten we daarbij vooral de leeftijd niet vergeten waarop men de hond het liefst wil laten castreren, dat wil zeggen zo jong mogelijk, voor de eerste loopsheid van het teefje en het reutje het liefste voor de pubertijd, voordat hij kan gaan dwarsliggen of weglopen. Maar is het inderdaad waar dat alle gedragsproblemen van de reu te wijten zijn aan het feit dat hij niet gecastreerd is? Vooral sinds het begin van deze eeuw, is er veel onderzoek gedaan naar het castreren van honden, reu of teef, op (te) jonge leeftijd met verbijsterende en zelfs schokkende resultaten, waarvan veel mensen en ook veel dierenartsen zich niet bewust zijn, of de rinkelende alarmbel niet serieus nemen. Een goede reden dus om al deze vragen en feiten eens op een rijtje te gaan zetten. Castratie versus gezondheid Tot voor kort (en ook nu nog) werden veel honden gecastreerd voordat ze de volwassen leeftijd of zelfs maar de pubertijd hadden bereikt, zo rond de 5 a 6 tot 10 maanden. Dit vaak op advies van de dierenarts. In de afgelopen 20 jaar is er veel onderzoek gedaan over gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan door het te jong castreren van honden. De groeischijven van een hond sluiten ergens rond de leeftijd van 12 a 14 maanden! De hond is dan dus pas volgroeid. Bij de te jong gecastreerde hond sluiten de groeischijven pas veel later met het gevolg dat de hond langer doorgroeit. De hond wordt niet alleen groter (wat op zich geen probleem hoeft te zijn) maar dit heeft vooral tot gevolg dat de structuur/kwaliteit van het bot aanzienlijk verslechtert en er groei- en botafwijkingen kunnen ontstaan. Een onderzoek van The AKC’S Canine Health Foundation bij de Golden Retriever wijst uit dat 4 keer vaker HD en ED met botafwijking werd geconstateerd bij jong gecastreerde honden dan bij honden die werden gecastreerd op volwassen leeftijd en niet gecastreerde honden. Een diepgaand onderzoek gedaan door The Texas Tech University Health Sciences Center stelt dat rupturen van de kruisbanden en knieproblemen beduidend vaker voorkomen bij te jong gecastreerde honden dan bij honden die op volwassen leeftijd worden gecastreerd. Onderzoeksresultaten gepubliceerd in 2000 in The Journal of Pediatric Endocrinology and Metabolism stellen dat niet alleen de kans op botkanker verviervoudigd wordt, maar ook bleek bij het bestuderen van de Veterinary Medical Database search van 1982 tot 1995 dat de meest voorkomende harttumor (Hemangiosarcoma) veel vaker wordt aangetroffen bij (te jong) gecastreerde dieren van beider geslacht. De conclusies van al deze onderzoeken zijn eenduidig, castreren op te jonge leeftijd is absoluut af te raden en geeft veel, vaak zeer ernstige gezondheidsproblemen op de langere duur. Vooral botafwijkingen komen veelvuldig voor. Het castreren of steriliseren van een teef Een teefje wordt bijna altijd gecastreerd uit gemakzucht. Slechts zelden geeft de eigenaar een andere reden aan. Loopsheid is lastig, het geeft rommel, de teef moet een broekje aan en kan 3 weken niet naar training of mee wandelen. Een teefje wordt bijna altijd ‘gecastreerd’ waarbij de baarmoeder en eierstokken worden verwijderd. Dit gebeurd onder algehele narcose waarbij er een diepe snee in de buikwand wordt gemaakt. Deze operatie is behoorlijk ingrijpend voor de hond en brengt risico’s met zich mee zoals bij iedere operatie. Tegenwoordig is het ook mogelijk om de teef te laten steriliseren, dit noemen we laparoscopie, waarbij slechts de eierstokken worden verwijderd via een klein gaatje in de buikwand, net als bij een kijkoperatie. De overgang van de eileiders naar de eierstokken wordt daarbij dicht gebrand. Deze operatie is aanzienlijk minder ingrijpend voor de hond, brengt minder risico’s met zich mee, maar is wel een stuk duurder. Gedragsveranderingen bij de gecastreerde/gesteriliseerde teef De teef kan gedragsveranderingen krijgen die lang niet altijd in het voordeel zijn, zoals een verhoogde kans op dominant gedrag bij een hanig/kattig teefje of bij een onzekere teef een nog onzekerder gedrag, tot angst aan toe. Het hormoonhuishouden ondergaat een enorme verandering na castratie/sterilisatie. De teef produceert geen oestrogenen meer (vrouwelijke hormonen) waardoor er mannelijker gedrag kan ontstaan. Een teefje dat al van jongs af aan wat onhebbelijk is naar andere teven toe zal dominanter en nog onhebbelijker worden na castratie en het nu ook aan de stok gaan krijgen met de reuen. Haar dominante gedrag kan een stuk verergeren en voor veel problemen en zelfs agressie en/of vechtpartijen zorgen. Daarentegen kan een toch al onzekere teef nog onzekerder worden en kan uit angst agressie gaan vertonen. Mocht u dit probleem bij de hand hebben is het raadzaam een goede gedragstherapeute te raadplegen en samen naar een passende training kijken om dit gedrag enigszins om te buigen en er goed mee om te kunnen gaan. Natuurlijk zijn er ook voordelen, maar wegen die wel op tegen de nadelen? Dat zal voor iedereen anders zijn, wel is het verstandig om eerst te kijken welke veranderingen er plaats kunnen vinden. De voordelen: - De teef wordt niet meer loops, dus geen vuiligheid of broekjes gedoe (gemakzucht). - Geen risico’s op ongewenste dekkingen. - De hond wordt niet meer schijnzwanger. - De hond kan geen baarmoeder- of melkkliertumoren krijgen. (Bij sterilisatie kan dit nog wel, gezien de baarmoeder en eileiders niet worden verwijderd.) - Er is minder kans op suikerziekte (hierover zijn de berichten tegenstrijdig). De nadelen: - Het risico van de operatie dat altijd aanwezig is. - De vacht ondergaat veranderingen, krijgt meer onderwol en de structuur wordt zachter, soms zelfs krullerig of wijd uitstaand, moeilijker in onderhoud. - De hond heeft minder energie nodig en kan aanzienlijke gewichtstoename krijgen als er niet heel goed wordt gelet op het verminderen/veranderen van de voeding en het geven van voldoende beweging. - De hond kan incontinent worden, dat gebeurt niet altijd maar wel met regelmaat, zeker bij het ouder worden van de hond, met als risico een chronische vulvaontsteking. - Gedragsveranderingen door een veranderd hormoonhuishouden. Het castreren van een reu Ook de castratie van een reu gebeurt onder algehele narcose. Er wordt een vrij oppervlakkige sneetje in de buikwand gemaakt vlak voor de ballen. Beide ballen worden door dit sneetje verwijderd. De wond is te verwaarlozen gezien de hechting in de huid gebeurt en er vaak slechts 1 hechting aan de buitenkant van de wond zit. Deze operatie is veel minder aangrijpend dan de castratie van een teef. Bij een reu met een niet ingedaalde teelbal zal de bal echter wel via een buikoperatie moeten worden verwijderd. Castratie ter bestrijding van probleemgedrag bij de reu Als er geen gegronde gezondheids- of gedragsredenen zijn om een reutje te laten castreren is het niet aan te bevelen om dit toch te doen, gewoon uit gemak en uit voorzorg om probleemgedrag te voorkomen; want stel dat de reu onhandelbaar of agressief wordt als hij gaat puberen, met alle andere reuen wil vechten of zich zelfs tegen de baas kan keren. Stel… Het mannelijke hormoon testosteron zorgt voor een grotere reactiviteit bij reuen en dat betekent dat ze sneller, intenser en actiever/langduriger reageren op allerlei prikkels. Ze zullen sneller andere reuen zien als rivalen, zeker als er ergens een loopse teef in de buurt is. Testosteron werkt dus als een hormonale, opzwepende invloed op het gedrag van de hond. Bij een toch al actievere of hyperactieve hond kan dit tot problemen leiden, maar dat kan vaak goed in de hand gehouden worden door training en opvoeding. Slechts een enkele keer zal castratie noodzakelijk blijken of als laatste hulpmiddel dienen (naast training) om weer grip op de hond te kunnen krijgen. Lang niet iedere reu zal een verhoogde en onhandelbare activiteit of hyper seksueel gedrag laten zien, vechten met andere reuen of overal tegen aan plassen zelfs in huis of weglopen en stoppen met eten bij het ruiken van een loopse teef. De meeste reuen worden niet onhandelbaar of agressief omdat ze niet gecastreerd zijn, maar veelal ontstaan deze problemen door een gebrek aan gedegen socialisering, opvoeding en training, vaak bij een baas die de hond niet aan kan. Deze gedragsproblemen zullen niet verdwijnen of zomaar overgaan na castratie! Vooral een onervaren hondenbezitter wil nog wel eens in de problemen komen tijdens de pubertijd van de hond en denken dat castratie “het wondermiddel” is om de hond weer de baas te kunnen of om agressie per tovermiddel te verhelpen, wat lang niet altijd het geval is. Helaas wordt een te groot deel van de reuen gecastreerd om gedragsproblemen die daardoor niet verholpen worden. De onhandelbare hond blijft onhandelbaar en een onzekere hond kan nog onzekerder worden en angstig gedrag gaan vertonen wat kan uitmonden in angstagressie. Overweging Mocht u overwegen de reu te laten castreren vanwege zijn gedrag, overleg dan niet alleen met de dierenarts maar zeker ook met een gedragstherapeut! Onderzoek naar de oorzaak van de problemen is zeker op zijn plaats voordat men naar het redmiddel castratie grijpt. Vaak zal een goede gedragstherapeut die samen met de eigenaar naar een juiste training kijkt, een betere en doeltreffendere optie zijn met vaak zeer goede resultaten. In geval van twijfel is het mogelijk een hond tijdelijk chemisch te castreren. Chemische castratie is het inspuiten van een middel dat ervoor zorgt dat de reu niet onder invloed van het mannelijk hormoon testosteron is en heeft daarmee ongeveer hetzelfde effect als castratie. De voordelen: - De hond krijgt geen voorhuidontsteking meer. - Hyper sexueel gedrag zal grotendeels verdwijnen (rijgedrag, weglopen, niet willen eten, veelvuldig urineren c.q. markeren). - Geen ongewenste dekkingen. - De hond zal minder snel een gevecht met een andere reu aangaan. - Sommige reuen worden rustiger, wat eventueel ook weer een nadeel kan zijn voor de sporthond. De nadelen: - De hond kan toenemen in gewicht. - De vachtstructuur van de hond kan wijzigen. - De gecastreerde reu heeft een verhoogd risico op prostaatkanker. - Gedragsveranderingen die niet altijd in het voordeel zijn. Conclusie Het castreren (laten helpen) van de hond dient vaak het gemak van de mens. Tenzij er een medische of geestelijke noodzaak is wordt het dier daarbij niet echt “geholpen”. Mocht u de hond willen laten castreren/steriliseren, neem dan vooral de leeftijd in acht en laat uw hond eerst volwassen worden. Gebruikte literatuur: - Laura Sanborn: The Long-term health effects of spay/neuter in dogs (2007) - AKC’S Canine Health Foundation: Health Implications in Early Spay and Neuter in Dogs (02/25/2013) - Gretel Torres de la Riva, Department of Population Health and Reproduction, University of California-Davis: Neutering Dogs: Effects on Joint Disorders and Cancers in Golden Retrievers - Dr. Gabriele Niepel : ‘Bielefelder Kastrationstudie’ Duitsland 2003. - Behaviorist Parvene Farhoody: Masters thesis at Hunter College in 2010. Behavioral and Physical Effects of Spaying and Neutering Domestic Dogs. - Mat Ward, Certificated Clinical Animal Behaviourist: Neutering Male Dogs - the Behavioural Effects of Castration.
This website was first launched in 1998 - If you have questions about the site or corrections, please mail the webmaster © Pride Webdesign 2016